Biekorf. Jaargang 39
(1933)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdUit den ouden taalschat.Corbilgerie.IN de rekening van de Noordwateringhe van Veurne-Ambacht over het jaar 1411 lezen we (f. 14 v.): ‘Item Willem den Ram vander corbilgerie te houdene omme de buttiers pipegaelres ende spadelieden teitene telivererne up twerc [het dijkwerk te Nieuwpoort] omme de cortheide vanden daghe, ghegheven 6 lb.’ Biek. 1931 bl. 319. Willem wordt dus betaald om aan de dijkwerkers hun eten op het werk te dragen opdat ze niet zouden verletten; men werkte immers dag en nacht om het gat in den dijk te stoppen. ‘De corbilgerie houdene’ beteekent hier blijkbaar; de bevoorrading van de werklieden bezorgen. | |
[pagina 347]
| |
Corbilgerie ontbreekt bij Verdam en Kiliaan; het schijnt wel gevormd te zijn op het fr. corbeille-corbeillerie: de dienst der eetpaanders of eetkorven voor de werklieden. Toch is de vorm corbeillerie in de algemeene fransche woordenboeken onbekend. | |
Putgalghe.In 1431 wordt Jan den Decker door de Moeder-Overste van het hospitaal te GeeraarsbergenGa naar voetnoot(1) betaald ‘...van dat hi maecte een putgalghe aen den borre.’ Putgalghe, in het Mnl. Wdb. niet vermeld, is bij Kiliaan geboekt, met de vertaling: tolleno(n), pertica putealis. Een putgalg is dus de dwarsbalk over den put waaraan de putemmer op-en-neergetrokken wordt. Het woord staat in Westvl. en Zuidoostvl. Idioticon niet opgeteekend. A.V. |
|