Biekorf. Jaargang 39
(1933)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdToponiemen uit de Moere van Meetkerke.IN de Wateringe van Blankenberge ligt de welbekende Moere van Meetkerke. Alhoewel de moere zich uitstrekt op Varsenare, S. Andries en Houttave, staat zij bekend onder den naam ‘Moere van Meetkerke’ omdat het grootste aantal moerlanden in deze gemeente liggen. De moerlanden zijn verdeeld in twee deelen: 1) De Kom of Lage moere t.t.z. het deel dat binnen het Moerdijksken ligt. 2) De Hooge moere, deels op Meetkerke, Houttave en Varsenare. De Moere van Meetkerke grenst ten Zuiden aan den Oostendschen Vaart of ouden Ieperleed. - Ten Oosten aan het Blankenbergsch vaardeken, ook genaamd Groote Eede. - Ten Noorden aan den Biezeweg en Maereweg. - Ten Westen aan den Oosternieuweg, op Varsenare en Houttave. In de XVIIe eeuw werd de kom van de moere bedijkt. Het Moerdijksken loopt op S. Andries en Meet- | |
[pagina 345]
| |
kerke omtrent evenwijdig met den Oostendschen vaart en het Blankenbergsch vaardeken. Verder ten Westen in, tot tegen den grens van Houttave en, zuidwaarts draaiende, in Varsenare tot tegen den dijk van den Oostendschen vaart. Een deel van het Moerdijksken blijft thans nog over, doch op sommige plaatsen is het niet meer te herkennen. Twee windmolens - een groote en een kleine - deden er den dienst van watermolens om het overvloedige water uit te pompen. De kleine molen was een houten windmolen die in 1869 vervangen werd door stoomgemaal. De groote molen, insgelijks in hout, brandde af in 1810 en werd in 1811 vervangen door een steenen molen - nu als monument geklasseerd - doch sedert 1928 buiten gebruik. In 1927 waren er groote overstroomingen in de Moere. - De twee molens waren versleten; in allerhaast werd de kleine afgebroken en vervangen door een motorpomp (Semi-Diesel-mazout) bij het volk genaamd de Machiene. Met deze nieuwe motorpomp werd de Moere in 21 dagen ledig gepompt. De Lage Moere is doorkruist met ontelbare zwinnen, die een totale lengte van 10 Km. bedragen. Wij vinden er: 't Blauw Zwin - de Maereleet, die naar den Maereweg loopt. Schamersleed - Dweersleed - twee maal Stockleed, waarvan een bekend onder den naam van Klein Kruiszwin - Vrouwenleed - 's Heer Goossensleed ook genaamd Ervens zwin - Nieuw geleed - Balleet - Gapaerdsleed.
Hier volgen de namen der stukken land bekend in 1754Ga naar voetnoot(1) Op Varsenare. De Liemaet - 't Saenestick - 's Heer Goossensstuck - de Kijfheve - de Hettinghe - de Gansemoere - de Bazemoer - Beelkens hofstede - de Crauweluyt. | |
[pagina 346]
| |
Op S. Andries. De Gapaertsstrynck - het Bergsken - de Leerse - het Wallestuck. Op Houttave. Willen hofstede, genaemt de Backere - het Mollestuck - de Steenhoop - de Basemoer - de Achtenhil - de Vogelenplasch - 't Heylken - Schaesens hofstede. Op Meetkerke. De Aandekooie - de Rietbusch - het Cinvavellestuck - de Hooghe heve - de Casteelheve - den Hoghen bilck - den Drynckput - 't Land van Calagnie alias 't Vlienderboomstuck - het Quadeghemet - Staelsens hofstede - Claerkens strynck - de Wulfsbosch - Wulvekens wal - Colaerts hofstede. De Roode Poort - Hofstede. Het is de eenige die overgebleven is. Zij is thans bewoond door den burgemeester van Meetkerke. J. Pollet. |
|