Batjesdag.
- 't Is vandage batjesdag in de Smeestrate. Brugge.
- De batjesdagen: ook rond Brugge (te Ste. Kruis) veel gehoord voor fr. ‘braderie’.
A.V.W. - J.B.
'k Geloove dat ze te Roeselare zelfs Batjesdagen op den uitplak hebben gedrukt. - 't Is een schoon echt-volksch woord en het teekent wel de zake: 't zijn al ‘batjes’ die, op zulke dagen, aan winkels en kramen te koope liggen en iedereen is er op uit ‘een batje te doen.’
B.
- Mijn vruchten staan in alle weêr daar lijk een ei op een balke. Zei een boer van Vlissegem doelende op de riesche van 't weer. Vgl. De Bo.
- Nen boer is zoo veranderlijk als nen hond op een halve deure. (Dudzeele). Die vergelijking is ingegeven door de zegswijze: Zoolang een hond op een halve deure zit, d.i. een oogenblik, zeer korten tijd (De Bo).
- Als er te veel over end'weer-geloop is in een huis, dat ze reke aan van buiten en backten naar binnen komen en 't huis vuil maken:
- Scheedt toch uit met al dat geloop! mijn huis is toch geen aandesletse, zegt moeder verstoord op heur volk. (Stalhille).
Aandesletse is het spoor dat de aanden achterlaten in het gras (De Bo).
A.V.W.