Biekorf. Jaargang 38

[p. I]

(Bijblad van Biekorf, 1932, tk 12)

Bladwijzer van Biekorf
1932

A. Opstellen.

Michiel Sithium, Nog een Vlaamsche schilder in Spanje	J. Dochy.	1
Over Brugsche straatnamen	[K. de Flou].	33
Vastenspise	A. Viaene.	46, 224 en 352
De broederschap Sinte Barbara der Vlamingen te Florentië	A.V.	65
Bijgeloof en tooverij in de middeleeuwsche catechese	E. Frutsaert.	70
Van Gent naar Brugge in 't jaar 1823	E.V.d.P.	74
De kenmerken van 't Westvlaamsch	Remi Ghesquiere.	79
Grieksche vluchtelingen in Vlaanderen	A. Viaene.	97
De slag rond den Kemmelberg. April 1918	D.S.	115
Schelpen en karkolen	Jozef De Langhe.	129
Breugel en de Keikoppen	J.D.	134
Fra Gherardo Fiammingo. Hoe een Vlaamsche kloosterbroeder te Florentië in 1604 het loopende vuur uitvond	A. Viaene.	161
Van een oude Ypersche drukkerij, Boeken van Frans en Jan Bellet. 1609-1625	E. Frutsaert en A. Viaene.	193
Bij een gouden jubelfeest: Alfons Mervillie (Herinneringen)	Remi Ghesquiere.	201
Der ouderen wijze strengheid	K. Ruyssche.	225
De overwinning op zee onder den oorlog	D.S.	250
De folklore der processiën	G. Celis.	257
Van Alphens ‘Kleine Gedichten voor Kinderen’: een Kortrijksche nadruk van 1828	A. Viaene.	274
Pernutteltje	Jozef De Langhe.	326
Van 't Manneke uit de Mane	K.D.W.	353
Plaatsnamen	J.D.S.	363
De Wandelende Jood te Yper (1623)	E. Neylants.	368

[p. II]

B. Verhalen.

Jantje Goedherte en Pieter Kwaadherte	J. Leroy.	13, 54, 84
Jantje	B.D.L.	105
Gierig Volk	K. De Wolf.	138-143, 171-178, 206-211, 238-250, 265-274, 301-311, 329-337
Vangaever van Lichtervelde	A.M.	289
Van een betooverd zwijn	B.D.L.	312

C. Gedichten.

De Herder ging	Jos. Vanden Berghe.	25
Blommeke	A. Mervillie.	41
't Laatste Woord - Snoeier	A. Mervillie.	102
Mijn heilig Bloeddag	Jos. Vanden Berghe.	109
Op de Eere-Communie van Godfried B.	Edw. B.	125
Sint Hubrechts lied	Jos. Vanden Berghe	147
Mijn Moedertaal	Werkbie.	152
Azalea	Guido Gezelle (?).	159
Desolata, 't Herte, Zee!... o Zee!	A. Mervillie.	165
Onze fruitdieven	E.D.B.	214
Mensch	A. Mervillie.	263
Donderbeestjes	Cl. B.	231
De Herfst is daar	A. Mervillie.	293
Tweemaal grootvader	D^r P.D.D.	320
O die Klanken!	A. Mervillie.	360
Met den Avond	A. Mervillie.	351

D. Kleiner werk.

Preekboomen en Evangelieboomen	A.B.	12
Mèteren	Edw. V.	22
Scarnier - Schernier	H.S., A.V.	23
De Drie Gebroers	E. Neylants.	26
Begraven en schuldvereffening. I. Met den sleutel op den put begraven worden. II. De blauwe steen van Batenburg	J.D.H. van Uden.	43
Adriaan Willaert van Roeselare	V.d.P,	60

[p. III]

Jan Utenhove van Aardenburg	J.A. Van Houtte.	82
Uit het Ypersch volksleven. Spellewerk (90). De Loting (114). Volksgeneeskunde (185 en 216).
Nog over het balspel	J.C.	110
Peerden onttooveren	E.I.S.	120
De Westerpoort te Sluis	W.B.	122
Sint Hubrechts kapelle te S. Pieters op den Dijk		114
De lachende doode: wonderlijk voorval te Doornik in 1692	J.D.H. van Uden.	148
De vijf heidensche geboden	E. Frutsaert.	150
Bedevaart naar Bottelare	E.N.	154
Napoleons Telegraaf in West-Vlaanderen, 1804-1814	J.D.S.	168
Dokter Lauwers' schriften	A.V.	179
Toontje Tuymelaere in woord en beeld	C. De Bie.	182
Het Hof van Marhem te Dottenijs	A.V.N.	215
't Klein Seminariekasteeltje te Vlamertinge	Remy Duflou.	254
Kakkerlakken	Jozef De Langhe.	262
Over de Stevenisten	B. De Langhe.	278
Uit een oud kruidboek	A.V.	282
Waarom de heerlijkheid van Oyghem geen eigen wapen voerde	P.D.B.	296
De Wijsheyt der simpel Christenen	Em. Frutsaert.	298
Een soldatenbrief uit Spanje, 1809	J.D.S.	323
Twee soldatenbrieven uit Pruisen, 1806	J.D.S.	374
Vierwerktale van Guido Gezelle	V.M.	378

E. Mengelmaren.

Vlaamsche kaas en waartoe hij moest dienen	A.V.	20
De Scheurput te Vlamertinge	Remy Duflou.	101
Het laatste werk van Jan van Eyck		127
Vergeven ‘naer de ziele’	P.D.B.	151
Azalea, een onuitgegeven gedicht van Guido Gezelle?	K. Ruyssche.	158
Kantewerkersmesdag te Yper	R. Hommelare.	190
De Kortrijksche brouwers in staking (1424)		217

[p. IV]

Begraven met scilderie	J.D.H. van Uden.	222
De Soete Compagnie	J.D.H. van Uden.	230
Van wijtewagens gesproken		286
Het mirakelbeeld van Onze-Lieve-Vrouwepolder	Luctor.	318
Spreuken uit het Westland	L.D.W.	347
Fransch in den volksmond	L.D.W.	348

Uit den ouden Taalschat:

Woorden. - Bobelinc, bobelincrijs, bovelinghen, bowelijnghen (218). Fayllebruyt (343). Feurel (226). Fighemaerct (49). Ghylcuppe (124). Graefwerker (92). Helegheest putten (344), IJserkuyle (218). Kelvermoes (183). Kynckernelle (64). Coeltrecker (218). Cornuut (327). Crinckele-winckelende (314). Kruidwoorden (283). Nuetemaerct (49). Oostwanten (24). Ousthanscoen (24). Oustgans (341). Palmette (226). Portegale (227). Scarnier-Schernier (23). Scaugrachten (344). Spademan (92). Suvelgelt (47). Vastenspise, vastelike spise (47; 352; vgl. Provanche jeghens die vastene, 224). Verbrammelen (24). Varsche, versche, die - (346). Verslapen [hout] (346). Vivelo [harinc] (123). Zelt, die - (346).

Zegswijzen. - Kelvermoes (Kervel warmoes) eten (183 en 212). Met den sleutel op den put begraven worden (43). Mette queernestock upde schoudere (121). Metter warmer hant geven (91). Met eenen vosse-steert gheesselen (227). Vergeven naer de ziele (151). Vijgen achter Paschen (53).

Heiligenvereering: Anna (155). Cassianus (228) Catharina (186). Drie Gebroers (27). Elooi (125). Hubertus (144). Longinus (27). Pieter [S. Pieters Banden] (126). Quirinus (66). Valentinus (50).

Folklore.

Balspel, 110. Bedevaart van Deerlijk naar Bottelare, 154. Bijgeloof, in de Middeleeuwen, 70-74. Breken

[p. V]

van blazoen, 222. Brood- en Gebakvormen, 285. De Grave van 't Notenland, van Vleteren [te Hazebroek], 128. Kantewerkersmesdag, 190. Loting, 114. Mei-wijf, 256. Mèteren (een kinderspel), 21. Onderkruipen (onder heiligenschrijnen), 261. Oogstgans, 341. Paascheiers, 53. Processiën, 257-261. Processiestrooisel, 260. Spellewerk, 90. Stoppelhaan, 342. Tooverij, allerhande in de Middeleeuwen. 70. Vastentijd, 51.

Vee: Koeien verkoopen, 63. Koeien: als ge er eene slaat, 383; als ze gekalfd zijn, 384. - Peerden onttooveren, 120. Eerste beslaan van een peerd, 53. - Zwijn, betooverd en onttooverd, 312.

Volksgeneeskunde: Afloop, Bloedspuwen, 217. Borstzweer, Brand, Buikpijn, Eksteroogen, Fleurus, Katherinewiel, 186. Koeke, 125. Kortborstigheid, 217. Nagelzweer, Schurf, 186. Speen, 185. Sproeten, 216. Tandzeer, 256. Verbrandheid, 216. Verhitting, 185. Vijt, 216. Waterzucht, Wonden, 186. Wormen, Worten, 216. Zilte, 186. Zweetvoeten, 216.

Gedenkweerdige Mannen.

Bellet, Frans en Jan van Yper, 193. De Vos, P. Seraphim van Brugge, 93. Gherardo Fiammingo, 161. Lauwers, dokter Emiel van Ingelmunster, 179. Mervillie, Alfons van Wontergem, 201. Sithium, Michiel, (Migeel Flamenco), 1. Utenhove, Jan van Aardenburg, 82. Vander Straeten (Stradanus) van Brugge, 70. Willaert, Adriaan van Roeselare, 60. Wouters, Cornelis van Brugge, 68.

Toponymie.

Brezende (= Broodseinde), gehucht op Maldegem, 120. Evangelieboomen, 12. Caetspel te Brugge, 111. Le Touquet = 't Hoekske, 365. Klein Seminariekasteeltje te Vlamertinge, 254. Marhem: een hof te Dottenijs, 215. Ooigem, 296. Preekboomen, 12. Processiestraten, 365. Revolutie-toponymie (in Fransch-Vl.), 366. Scheurput te Vlamertinge, 101.

[p. VI]

Sint Hubrechts kapelle bij Brugge, 144. Straatnamen te Brugge, 33-41 en 366. Verfranschte Plaatsnamen, 363. Westerpoort te Sluis, 363.

Taalvonken: Uitklink, Uitplak (246) Werkbie, A.V.

Vragen en Antwoorden: Nog over klinkaard, 31-32. Kynckernelle, Herte vrouwe, 64. De grave van Vleteren, 128. Azalea, een onuitgegeven gedicht van Guido Gezelle, 158-160 en 189. Kruikale (Karkole) Alikruike, 189. Menschen van kleine of van leege festooze, Bier uit een gescheurd glas, Haar in den nekke ‘à la Lazaraine’, 190. Vastenspise, 224 en 352. Versterken en Versteerten, 352 Het Gheestelic Caetspel, 383. 't Jaar Blok, Kamielke, 383.

Sterreliedjes, 't Stikske bachten 't huis, een deuntje bij 't kaartspel (30-31). 't Eerste beslaan van een peerd (53). De kaasboot van Duinkerke, Om 't kindje te paaien, Winterwerken met de saks, De stake uittrekken, Kapellegebod houden, Beesten koopen, Zwingelen met mannejes (62-64). Een rakkejak-keere, Met een koeke weven, Weven met de mannejes, Late zijn Paschen houden, Kuttelstaptjes (95-96). Palingmijne, Prochiezak, Dienen tegen de koeke, Den koekuit hooren, Uitverkoopen, Een brabbelrijmke, Vanwaar komt het kalissiebrood, De uitvinder van den automobiel, In den pikhaak zitten, Kwalijk gesprinkeld. Gauw gauw, Afbreken voor Brugge, Een trekveerze, Tooveressekant, De schietspoele slaat brugge (125-128). Hangende en scheppende trapterd, Te Meie verhuizen, Gebed tegen den donder, Volksgeloof (158, 160). De zwanen houden schole (178). Een wekedaagsche pinte (181). Om in den hemel te geraken (184). Spreuken uit Fransch-Vlaanderen, Een timber, Kapelanen, Kwelspreuken Moll en en knollen (191-192). Een vrijdagsche paternoster, Ploegstoker (223 en 287-288). Meemoeten met de wandelende Jode, Een schortje spannen,

[p. VII]

Beesten laten aanbranden, Bakstjeskraker, Lochtingvoeten (223-224). Zantekoorn, Kotje, Een meiwijf, Tegen tandzeer (255-256). Kamielke (281, 337, 383). Klappen met houten lepels (287). Plakkers mesdag (295). Ligdag betalen (311). Een dansliedje (318 en 350). De Congo = de Kogel, Uit Noordbrabant, Tegen rhumatisme (318-320). Waar 't vliegen wil (322). Bedreiging (328). Hoe laat is 't?, Dansliedje, Klaps in de ‘Vule Seule’, Dikke Vrienden, Als 't niet wel en is, Boma-Trein, Rekkers-Tale, Willeke, Zijn tijd uitdoen, De liefde (349-351). Kindjesgeld (359). Van koeien en kalvers (383). Felle regen (384).

BOEKENNIEUWS: H. van Tussenbroek, Speelliedjes. Goeien avond speelman (28). Onderwijs en scholenbouw (29). A. O'Flanders. Iersche Legenden (29). S. Daems. Het lijdend Hart van Jezus (30). F. Dewinter, Lourdes (61). 72 Geestelijke Liederen (61). H. Allaeys, Rodenbach en de Mont (61). M. Battistini. La Confrérie de Ste Barbe des Flamands à Florence (65-70). P. Hildebrand. P. Seraphim de Vos (93). M. Sabbe. Brugsche Liederen (94). M. van Empel en H. Pieters. Zeeland door de Eeuwen heen (94 en 316). M. Meertens. De godsvrucht in in de Nederlanden (156). G. Dingers. Wolgadeutsche Volkslieder (157). L. Defraeye. Kerkelijke geschiedenis van Deerlijk (157). - Adresboek van Deerlijk en Sint-Lodewijk (158). Schriften van Dokter Lauwers (179-181). K. De Wolf. Uit het leven van Toontje Tuymelaere (182-183). C.F. Haje, Taalschut (187). Stijn Streuvels. Tieghem (188). C. Wauters. Over de oude Vrije Visschersnering van Blankenberghe (188). J. Leroy. Pieter de Pensejager (189). E. Vermeulen. Tegen sterren en wind (220-222). F.T. Ronse. Les fonts baptismaux de Zedelghem (222). J.H. Nannings. Brood- en Gebakvormen (283-286). J. Denucé. De Antwerpsche Konstkamers (315). J.D.H. van Uden. Door

[p. VIII]

't bonte Brabant (315-316). G. Den Brabander. Vaart (317). R. Vankenhove en A. Lepage. Het volksleven in het straatlied (317-318). K. De Wolf Een volksuitgave van Toontje Tuymelaere [aangekondigd] (381). F. Timmermans. Pallieter-kalender voor 1933 (381). J. Boon. Herovering van Brussel (382). L. Defraeye. Tweede oorlogsboek van Deerlijk (382). P. Arents. Guido Gezelle in vertaling (382).

Prenten: Michiel Sithium: Maria met het Goddelijk Kind (1). Wapenschild der Broederschap van S. Barbara te Florentië (67). Kaart van den Slag rond den Kemmelberg (119). Het wapen van Oyghem (297).

Volkskundige Teekeningen van Jules Fonteyne: S. Agniete (12). S. Veronica (36). S. Coleta (78). S. Hermana (181). S. Ontcommere (200). Het graf van Deken De Bo (230). Het wiel van S. Donaas (295). S. Cecilia (322). Kerstdag (359).

Blok: 32, 64, 96, 128, 160, 192, 224, 256, 288, 320, 352, 384.

De inteekeningen hernieuwen... 't Berek 321-322