Vragen en antwoorden.
Het Gheestelic Caetspel. - In 1468 schenkt Jonkvrouw Borluut ‘eenen bouc gheheeten Het Gheestelic Caetspel’ aan het Begijnhof ten Hooie te Gent. In de Lijst van boeken toebehoorende aan het klooster van Sinte Clara te Gentbrugge vinden we in 1508 het volgende vermeld: ‘Noch i. papieren boeue, ghenaempt 't Gheestelic Caetspel, hout in XCIJ. blare; deerste begint: Dit es dmotijf ende den waeromme; dleste beghint: Dien waert Balaam dien inghel ziende.’ Aldus bij N. de Pauw. Middelned. Gedichten en Fragmenten, deel II, bl. 434 en 438 (Gent, 1903; uitg. der Kon. Vl. Academie).
Van welk boek zou er hier sprake zijn? Is er daar iets van gekend of iets over geschreven? In de Bibliographie van Petit is het niet vermeld.
In den bloeitijd der allegorie moest ook het volksche kaatsspel voor de beleering ten nutte gemaakt worden. Onze Vlaamsche rechtsgeleerde Jan Van den Berghe schreef in 1431 Dat Kaetspel Ghemoralizeert: dat zijn bespiegelingen over de rechtsbeginselen en de deugden van de rechters (Biek. 1930, bl. 376). En nu vinden we dat het ook diende als zinnebeeld van het geestelijk leven. Wie kan er verder daarover zoeken?
V.