Biekorf. Jaargang 38
(1932)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdVierwerktale van Guido Gezelle.ROMAAN Gezelle, broeder van Guido, was vierwerkmaker: men weet hoe hij, bij het doen springen der grondvesten van de Kathelijnepoorte te Brugge, albij verongelukte. Romaan liet, in de jaren '80, een brief drukken om zijn werk en zijn kunst aan den man te brengen. 't Is een lang stuk, een dubbel blad van 33 op 25 cm., gedrukt op geel papier, bij A. Braem in de Meestraat, 15. Bij de eerste regels hoort ge reeds dat Romaan voor den opstel bij zijn geleerden broer te rade is geweest. 'k En wete niet dat er over die vierwerktale van Guido Gezellle iets geschreven staat; in zijn Huis en heb ik dat blad niet zien liggenGa naar voetnoot(1). | |||||||||||||||||
[pagina 379]
| |||||||||||||||||
't Eerste blad begint met groote letters: ‘Vlaamsche Vierwerkmakerij. Kunstvierwerk, Verlichtingen en Versieringen. - Romaan Gezelle, Kunstvierwerker der steden Brugge. Blankenberghe, Heyst enz. Aannemer van Openbare en Bijzondere Feesten, Fooien en Plechtigheden. Oostendsche Strate 57. Brugge. - Werkende sedert het jaar 1862. - Draadmaren: Gezelle, Kunstvierwerker, Brugge. - Werksteê te Sint-Pieters-op-den-Dijk.’ Op de bladz. 2-4 staat de beschrijving van de ‘Kunstvierwerken van 50 tot 2000 frank’ te weten: van 50, 75, 100, 150, 200, 300, 500, 1000 en 2000 fr. 't Ware te lang om al die vierwerken hier af te schieten; we kiezen er een paar uit den hoop. | |||||||||||||||||
Kunstvierwerk van 75 fr.
Goedendag:
1e Stuk. Een dubbele stralenpracht, met goudregen, verkondigd door een gloeiende vierrooze. Tusschenschoten,
| |||||||||||||||||
[pagina 380]
| |||||||||||||||||
| |||||||||||||||||
Kunstvierwerk van 500 fr.Goedendag:
Viervlage van [400] prachtvierpijlen... Tusschenschoten. Goedennacht. Gezelle heeft hem in dat vierwerk gejeund en er met den rijkdom van zijn inbeelding en zijn tale in gespeeld. Hoor ze op elkaar volgen, nog eenige van die stukken: de groote pauwsteert; de vierige blomsprange; het klaveraas, bestaande uit drie wisselverwige vierroozen, verbonden door een zilveren minneknoop; het groot | |||||||||||||||||
[pagina 381]
| |||||||||||||||||
slekkenwiel; de groote vierige treurwilge; de groote tooverteerling; de Bronne van 't levende vier driederlei van krachten herlevende en versterkende, met sterrenval en pereldans; het hemelsch wormgevecht; de paradijsboom; de groote kranendans in de Meizonne; de Brugsche vierdrake; de pinkelboom; de zesvlerkige toovermolen; Thors donderwagen; de openberstende juweelberg; de ratelslange of de viervogeljacht; de wereldbrand. Voor watervierwerk zijn bestemd: Waterspruiten. Plompers. Roomsche watervierbossen. Waterzwermers. Waterzonnen. Vlottende vierbergen. Waterhozen. Vlottende vierkorven. Om te sluiten mag ik wel zeggen wat ik peize: dat dit verloren blad vierwerktale een ‘onbekend dichtwerk’ is van Guido Gezelle. V.M. |
|