Biekorf. Jaargang 38(1932)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Onze fruitdieven. De valsche mussche roept: Dief, dief! Bewaakt uw krieken, vrienden lief! of anders raakt g'op korten tijd al uwe rijpe vruchten kwijt. In Gods naam schiet op mij toch niet, 'k en steel ik geen', 'k en mag ze niet! Alzoo is 't dat de mussche spreekt, wijl 't sap nog van heur bekske leekt. De slimme merel komt alleen, houdt geen gerucht en maakt hem kleen. Al duikenekken langs den grond loopt hij het frenzenbedde rond. Hij doet zijn buikske een zielemis en, als hij wel verzadigd is, dan vlucht hij schettrend door de heg als zeid' hij: 'k Ben met 't beste weg! De dwaze spreeuwen komen op in bende en vallen in den top der kerslaars, kriewlend van genot. En schiet g'er vijve-zes kapot, van korts naardien; - 't en helpt toch niet 't is weer al spreeuwe dat men ziet. Zij komen weer van verre en naar als of 't naar een begraving waar'. E.D.B. Vorige Volgende