Biekorf. Jaargang 38
(1932)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 161]
| |
[Nummer 6] | |
Fra Gherardo Fiammingo.
| |
[pagina 162]
| |
Laura-Antonietta del Fonte, die in geur van heiligheid gestorven is. Om zijn gewijde wetenschap was Fra Gherardo zeer geprezen, maar een kroniekschrijver voegt er bij dat hij ook zeer begaafd en behendig was in de werktuigkunde (in mechanicis) en zeer geleerd in de wiskundige wetenschappen. Fra Gherardo had alleszins verstand van ‘mekaniek’ want in 1604 kwam hij voor den dag met een uitvinding: een fornuis met loopende vuur, om spijzen te bereiden en water te doen koken in kleine en groote hoeveelheid, met een besparing van 50% der warmte. Den 30 September 1604 verkreeg hij van den groothertog van Toskane ‘privilegie en brevet’ om zijne uitvinding in den handel te brengen. Hij moest niet lang zoeken om koopers te vinden. Moederoverste van het rijke klooster der Muraten was er de eerste bij. Om zijn geheim aan het nonnenklooster af te staan, vroeg Fra Gherardo - niet voor hemzelf, maar voor zijne Orde - ofwel vijf jaar lang de twee vijfden van de gedane warmtebesparing, ofwel ééns wegdragens een ronde som. Moeder abdis onderzocht het fornuis en bevond dat het voor hare gemeenschap zeer nuttig zou zijn: zij sloot den koop voor 130 kronen. Het fornuis werd in de kloosterkeuken opgesteld en bewees daar zulke uitstekende diensten, dat de Abdis een geschreven getuigenis liet opstellen waarin zij, met lyrische uitbundigheid, de weldaden beschrijft van dit fornuis ‘dat geschikt is om allerhande spijzen te koken in marmijten van allen slag, in potten, pannen en ketels van alle grootte, om te braden, om visch te fruiten en wat dies meer zij, en dat alles met wonderbaar gemak, met een besparing van warmte die meer dan verbazend is en met een snelheid die alle gedacht te boven gaat.’ Fra Gherardo overleefde niet lang zijne uitvinding: hij stierf den 31 December 1604. Een bijzonderheid die haar belang heeft, is dat Fra Gherardo in betrekking was met de Broederschap van | |
[pagina 163]
| |
Sinte Barbara-der-Vlamingen te Florentië: in 1599 deed hij dienst in de kapel van deze ConfrerieGa naar voetnoot(1). De onuitgegeven oorkonde van het vermelde privilegie is wel belangrijk genoeg om op haar geheel gelezen te worden. We laten de vertaling er van volgen. Don Fernando Medici, bij de gratie Gods groothertog van Toskane, enz. willende, tot het algemeen welzijn en tot bate van onze onderdanen en anderen, helpen en steunen de nuttige ontdekkingen gevonden door schrandere lieden en willende dat zaken, die de gemeenschap of de enkelingen kunnen dienen, aan het licht komen en hunne volmaking verwerven, en gehoor gevende aan het verzoek van broeder Gerardus, Vlaming (fra' Gherardo fiammingo), dominicaan, die ons betoogde dat hij uitgevonden heeft een fornuis met loopende vuur, geschikt om allerhande spijzen te koken en water te heeten in kleine en in groote hoeveelheid met besparing van meer dan de helft der warmte (un modo di fornello mobile atto a cuocer ogni sorte di vivande et far bollir acque in poca et gran quantità con risparmio de fuoco più que la metà), dien hij wil in werking stellen en bekend maken in onze staten, en daarom van ons het voorrecht bekomen dat niemand anders dan hij, of die van hem of van het convent en de broeders van San Marco daarvoor toelating hebben, voor een tijdperk van tien jaar, van die uitvinding zullen mogen gebruik maken: Wij, aldus bewogen door het openbaar nut en door onze gewone goedheid, willen en bevelen dat de voornoemde fra Gherardo fiammingo moge in werking stellen den oven door hem uitgevonden, en dat niemand anders tenzij hijzelf (of degene die vanwege het voornoemde convent en broeders van San Marco te Florentië | |
[pagina 164]
| |
de geschreven toelating zullen verkregen hebben) zal mogen, gedurende een verloop van tien jaren te beginnen van heden, gebruik maken van zijn vermelde uitvinding; de namakers zullen, boven de verbeurte van hunne werktuigen, een boete van vijftig kronen oploopen, waarvan een derde deel zal toekomen aan het klooster van San Marco te Florentië, een derde aan den rechter die de veroordeeling zal uitspreken en uitvoeren, en het laatste derde aan onze staatskas. Wij voegen er de uitdrukkelijke verklaring bij, dat het een nieuwe uitvinding geldt die in onze Staten nog nooit in gebruik is geweest, en dat wij aan geene anderen privilegie daartoe hebben gegeven, en dat hij [de uitvinder] het binnen de zes maanden moet in werking en gebruik stellen in onze Staten en daarvan een bewijs zenden aan den Dienst der Hervormingen (Officio delle Riformagioni), anders zal het tegenwoordige privilegie van geene waarde zijn. Wij verklaren nog dat hierdoor niet verboden zijn de andere ovens en wijzen om spijzen te koken en water te heeten, en dat niemand verplicht is deze nieuwe uitvinding te benuttigen meer dan hij wil, maar iedereen mag de andere bekende en gewone wijzen en uitvindingen vrij gebruiken. Wij bevelen aan al de magistraten enz..... [voor de uitvoering van dit privilegie te zorgen].... Gegeven in onze villa van Cafaggiolo, den 30 September, 't jaar O.H. 1604 en van onze regeering over het groothertogdom Toskane en de andere hertogdommen het 17e jaar.
Dit stuk berust in het Staatsarchief van Florentië, Practica Segreta, Reg. n. 190, f. 81. Prof. Mario Battistini was zoo vriendelijk ons over zijn volledig afschrift der oorkonde te laten beschikken: hij ontvange hier onzen besten dank. A. Viaene. |
|