Biekorf. Jaargang 38
(1932)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdDe vijf heidensche geboden.IN de Tafel der Kerstenre Gheloven door Dirc van Delf in de 15e eeuw geschrevenGa naar voetnoot(1), vinden we het volgende eigenaardige stukje Middeleeuwsche catechese: ‘Doe die heiden vernamen ende verstonden dat die Joden hadden eenen propheet, die mit haren god also heimeliken alleen sprac van aensicht tot aensicht, als die een vrient mitten anderen, ende dien haer god had ghegheven tien geboden, daer si na souden leven, doe quamen si mit ghemenen rade totten heidenschen meester Pitagoras ende seiden dese mare aldus: want niemant onder hem en waer also wijs noch also doechdelic, die best mit gode mocht wesen (want overmits synre groter gheloefder wijsheit so hiet hi preceptor, dat beduut die ghebieder) dat hi van horen gode wonde begheren oec ewe (wet) en de gheboden daer si na souden leven. Deze maister wort verwonnen van hoerre ladinge (uitnoodiging) ende vergaderde die heide in enen sueten dale uut die steden die daer waren vol onreinichheden ende schreef | |||||||||||
[pagina 151]
| |||||||||||
hen in gulden bladen vijf gheboden. Aldus veel ongelijcs hebben dese gheboden mit malcander: die eerste gaf god, die ander een mensche; die eerste worden ghegheven in enen berghe, die ander in enen dale; die eerste worden ghescreven in een harde stenen tafel, die ander in enen weken gulden blade; die eerste screef die vinger Gods, dese ander een vinger des menschen; die eerste ontfanc een heilich propheet, die met Gode sprac, dese andere een heidensche philosophe die mit hen selven sprac; der ander syn tien, deser mer vijf; die eerste bieden ende verbieden, dese ander alleen verbieden.’ Daarop volgt de bespreking van de vijf geboden:
Het tweede dezer reeks verdient onze aandacht: dit gebod, dat we in het Evangelie (Matth. 7, 12) terugvinden, wordt in den Catechismus van Makeblijde (1609) genoemd onder de twee geboden ‘der nature’. E. Frutsaert. |
|