Biekorf. Jaargang 37
(1931)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 300]
| |
De oude kerkramen van LooAAN de noordzijde der kerk van Loo, zaten vóór den oorlog vier kerkramen. De drie eerste waren oude en van de schoonste van 't land; het vierde werd er geplaatst door het huis Wybou van Veurne in 1912. Het eerste raam verbeeldde de geboorte van Christus, en dagteekende, maar men beweert, van 1637, maar het scheen veel ouder te zijn, misschien wel van uit de XVe eeuw. Het onderste gedeelte van het venster was versierd met de beeltenissen van een edelman en zijn gemalin; dit laatste gedeelte is er later bijgevoegd geweest door Nicolaas Huyghe, hoogbaljuw van de stad Loo, overleden den 24 Maart 1644, wiens grafsteen onder het venster lag, maar reeds vóór den oorlog verdwenen wasGa naar voetnoot(1). Het tweede brandvenster dat in 1637 geplaatst werd, verbeeldde de opdracht van Christus in den tempel; het was versierd met wapens van den abt van Loo de Zaman, heera de la Porte, en van Gillis BlommeGa naar voetnoot(2). Het derde brandvenster was zonder wapens en verbeeldde St. Dominicus die den rozenkrans ontving | |
[pagina 301]
| |
uit de handen van de H. Maagd. Dit venster moest stammen uit de jaren 1650 of misschien nog uit latere jaren. Het Oudste Kerkraam van Loo
Het tweede en het derde venster die veel korter waren, werden verlengd in 1859 om hun denzelfden vorm te geven als het eerste. Volgens den inventaris van de kerkmeubelen opgemaakt in 1867, werd dit werk uitgevoerd door den heer Caponnier uit Brussel, die terzelvertijd de drie vensters herstelde. Het vierde brandvenster werd in 1912 geplaatst door het huis Wybou van Veurne; het verbeeldde Jezus die den storm stilt op het meer. | |
[pagina 302]
| |
Naar mijn oordeel zou het eerste venster vroeger gezeten hebben in den achtergevel van het koor achter het hoogaltaar. Toen abt Reynaerdt in 1638 het hoogaltaar deed plaatsen, zal hij dit venster doen uitnemen hebben en in de noordzijmuur der kerk plaatsen. Het onderste gedeelte zal er voorzeker bijgevoegd zijn door de familie Huyghe wier wapens onder in het raam prijken. Abt de Zaman samen met Blomme plaatste het tweede venster. Het derde venster is er voorzeker bijgekomen door toedoen van abt Reynaerdt, na den dood van zijn voorgangers de Zaman en De Heuvele, in 1637 en 1638, misschien later, daar de inventaris van de kerkmeubelen van 1780, over dit derde venster niet spreekt. Ik vraag mij af als het tweede venster niet zou gemaakt zijn door den glasschilder Bronchorst; deze naam wordt vermeld op een grafzerk van 1634 van de familiën: de Lannoy, Baillencourt en de Bussoy liggende in de kerk der Grauwe Zusters te Loo. Er was een Jan van Bronehorst, glasschilder uit Utrecht, die rond dezen tijd leefde en zich ook onledig hield met gewone schilderijenGa naar voetnoot(1). Op het hoofdaltaar, dat in 1638 gemaakt werd op bevel van abt Reynaerdt en wiens wapens erop prijken, bevond zich een prachtige schilderij van de Kruisiging, die zou voortkomen van schilder Bronchorst, ook genoemd Lange Jan, een leerling van Rubens en Van DijckGa naar voetnoot(2). Zou dit dezelfde schilder zijn die het tweede brandvenster schilderde? Het is niet onmogelijk. De vier prachtige kerkramen werden in den laatsten oorlog vernield. Herman Vandergucht |
|