De Zotte Gilde te Gulleghem.
TE Gulleghem was de Gilde van Rhetorica in vollen bloei rond de jaren 1850-60. Zij deed meest aan tooneelvertooningen en nam deel aan menigvuldige tooneelwedstrijden, waarin ze Bijbelsche stukken opvoerde.
In 1860 nam de kamer van Rhetorica het besluit een ‘Zotte Gilde’ op te richten. Deze leefde op eigen kosten, doch werd door een persoon ondersteund en in leven gehouden. Haar eenig doel was het volk te verlustigen. Ze trad gewoonlijk op den donderdag van de kermis.
Aardig gekleede dorpsgenooten verbeeldden er een ambacht; de vlassers waren er altijd bij, want we zijn in de vlasstreek. In den stoet zag men nog: den berendans, den kloefkensdans, versierde kortewagens met een kluchtenaar erin, liedjeszangers en zoo meer.
Eerst liep de stoet het dorp rond, waarna de verscheidene groepen op een verhoog tegen den kerkhofmuur beurtelings hunne rollen speelden.
Deze gilde had buitengewoon veel bijval bij het volk. Haar schoonste uitgang was in 1864 bij de inhaling van pastor Hocke.
In 1885 was 't doode neringe in 't vlas en de meeste inwoners van Gulleghem verloren hunne gespaarde centen. Alle feestelijkheden werden voor een tijdlang geschorst en de ‘Zotte Gilde’, waarvan de geldver-schieter gestorven was, verdween voor goed.
Ant. Verwaetermeulen.