Biekorf. Jaargang 36(1930)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Banden! Aan mijne aangehuwde Kinderen. GIJ zijt geen kindren mij door 't bloed, gij werdt het vóór de altaren, en 't was eerst na den bruiloftstoet, toen wij ten huize waren, - sindsdien uw tweede Vaderhuis - dat, de eerste maal in 't leven, ik op uw hoofd mijn vaderkruis als kindermerk mocht geven... Dit kruis, dat gij U geven liet door onbloedeigen handen, en kwam gewis - 't en kon ook niet - zoo diep in 't hert U branden als vaders zegen dit vermag; en toch, reeds in die stonden, heb ik bij U dien liefdelach van 't eigen kind gevonden, en 'k schonk hem weêr met gansch mijn hert... De lach bleef sedert groeien zoodat de lach een zonne werd waarin ons' dagen bloeien... Ons liefde is steun, ons liefde is troost, zij rust op vaste gronden: uw' deugd, mijn' kindren en uw kroost, 't houdt nauw ons saâmgebonden! Ons bindt 't bewust-zijn en 't gevoel dat, schouder wij aan schouder, [pagina 166] [p. 166] ons steunen in 't gedrang, 't gewoel, als kind gij, ik als ouder; dat uwe vreugd mijn blijheid is, mijn leed uw eigen lijden en dat we in vreugde en bitternis denzelfden God belijden. Ons bindt uw man, ons bindt uw vrouw, het bloed uit mij geboren dat, schoon zijn oorsprong steeds getrouw, aan U kwam toebehooren. Ons binden uwe kindren reeds die 't binden diep versterken, nieuw leven reeds, mijn leven steeds, ons' vlucht op nieuwe vlerken!... Ze spelen, dansen op mijn knie en in hun' oogenholten is 't mijne beeltnis die ik zie met de uwe saâmgesmolten! Zij zullen uwen naam, den mijn' God geve 't, eervol dragen en, als ons beeld voorbij zal zijn, hem voeren dóór de dagen!... O band van 't bloed, o innigheid van twee oneigen zielen!... Komt, laat ons om die zaligheid nu zijde aan zijde knielen en vragen aan den Heere dat Hij 't geen Hij samenbouwde, lijk 't steen van een versterkte stad, aanééngemetseld houde! Jos. Vanden Berghe. Vorige Volgende