Maar die goede ‘authentieke’ Westvlamingen stonden bot van op de eerste vrage.
- 'n Lange schaaiaard? - Maar, beste pater, antwoorden seffens onze Lezers, ge kunt dat alhier alle dagen hooren uit den volksmond! En hebt ge dan nooit Gezelle's Tijdkrans gelezen?
- Ja maar, en schenteventers? - Och, pater toch, kom 'n keer, gij of een van uwe Wvl. medebroeders, naar gelijk welke markt in de streke en daarbuiten; ge zoudt wel de krameniers naar elkaar hooren roepen: ‘Gij leelijke schenteventer!’ of u hooren toespreken: ‘Meneere de pater, dat zijn toch dingen op de markt alhier, 't is altijd schenteventen of 't gelijkt eraan!’ Enja, schenteventen (of schendevenden) en is zoo eigen Westvlaamsch niet: 't woord is gewoon in Zuid-nederland, zegt Van Dale, en 't staat in al de algemeene woordenboeken, om maar te beginnen met Vercoullie.
- En nog: 'n vumme brandhout? 'n hooidilte en 'n berdelen pooiweeg? 'n aanklad van een boerderij? 't vergaar van ['t peerd] zijn hamen?
En nog, en nog: die goede paters bleven bot staan op die ‘ongehoorde’ tale, totdat ze endlinge, met volle meenste, een plechtig oordeel uitspraken: dat al die woorden en vele andere nog, ‘verre van uit den mond van het minste boerke of wijveke te zijn gehoord, uit de diepten van een Idioticon moesten worden opgedolven.’
't Is toch jammer, pater, dat ge alzoo bij den duivel zijt te biechte gegaan. Uwe goede confraters zijn, zooals gij zelve, gewone geworden aan die kultuurtaal d.i. te schermen met al die hooge woorden gelijk ‘concepten en prestatie en visie, en intellectualisme, en dexteriteit’: dat is voor hen de levende tale. Al 't gene dat in een Idioticon geboekt is, dat is dood... voor hen, ja, voor hen, omdat zij zelve voor de levende volkstale dood zijn.
Maar die met geen duffels in hunne ooren en zitten, lijk Herwin Eeckel en lijk de lezers van Biekorf, die steken 'n keer de schouders op en peizen: ‘Wijlder in onze eigen streke, w'en hebben wij alzoo de gave niet van profetie!... En z'en kunnen zijlder moeilijk weere keeren: den trap is afgezaagd!’
Goebe.