Paljassen
- 't Is nu pas 't seizoen geweest van den scheeharing of schijtharing d.i. haring die de kijte afgescheiden, kuit geschoten heeft, fr. boussard
Tusschen die haringen zitten er zoovele gevangen die sprot in 't groote en haring in 't kleine zijn. 't Zijn toch haringen, maar z'en zijn maar van de dobbele grootte van een sprot. De visschers zeggen daar tegen: ‘Dat zijn paljassen. Ze willen haring zijn en ze kunnen niet.’
Nieupoort.
J.F.