Biekorf. Jaargang 36(1930)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Dauwperels. TREURIG ligt het veldtapijt lijk een kleedsel zonder weerde, lijk een deksel over de eerde stille en somber uitgespreid. In de voren onder 't groes broedt er voor de naaste dagen leven in de koue slagen: 't Opstaan uit den winterroes. Zwierig heeft een milde hand zaad en voeding in zijn vouwen, in zijn plooien, ingehouwen in het bedde van dat land. En de kieme van dat zaad heeft heur door geheime krachten, omdat 't zielke niet zou smachten, met 'nen mantel licht gelaad. En dat kleed van groen en grauw, rijk met karmozijn bepereld lijkt 'n diamantenwereld in den vroegen morgendauw! Kerstdag 1929. Dr Prosp. Dendoncker. Vorige Volgende