Biekorf. Jaargang 35
(1929)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 361]
| |
Een oud bloksluis in de St Jorisstraat te Brugge.ZE zijn aan 't bouwen, sedert eenigen tijd, in den hof van het klooster der Predikheeressen in de St Jorisstraat te Brugge. Bij het graven van een put voor de kelders kwamen de delvers op een oud bloksluis. Er was geen middel om het water uit den put te pompen: 't stroomde altijd maar toe. Rondom het bloksluis, dat ligt in de richting N.W.-Z-O., waren er eiken staken in den grond geslagen. Het bloksluis zelf bestond uit twee blokken metselwerk van een meter vierkant, waarin de geulen voor het aflaten van de planken zijn. Ieder dezer zware eiken planken meet 2,78 m. breedte, 38 cm. hoogte en 55 mm. dikte. Er zaten drie zulke planken onder water: dus was het sluis omtrent 1,15 m. diep. De baksteenen of moeffen zijn ieder 22 cm. lang en 11 cm. breed en 4 cm. dik. Volgens DuclosGa naar voetnoot(1) moeten zulke steenen stammen uit de XVe of XVIe eeuw. Op enkele meters van dit sluis lag vroeger het kasteel de la Motte, genaamd ter Walle of het Walletje, dat met wallen omringd was, zooals men nog duidelijk kan zien op het plan van Brugge in de XVIe eeuw door Marcus Gheeraerts, (rechtover het klooster der Carmelitessen van Sion). Het Walletje bestond nog in 1863, toen de broeders Xaverianen daar woonden: het was toen een oud vervallen huis met wallen errondGa naar voetnoot(2) Alles was sindsdien verdwenen en gedempt, maar het water schijnt dus nog onder de grond voort te loopen door de toegesmeten grachten. Het sluis lag waarschijnlijk in een der talrijke grachten langs den Vlamingdam, en moest voorzeker dienen om het water in de wallen rond het kasteel op te houden. |
|