Biekorf. Jaargang 35

Eremijten op Sinte Anna bij Kortrijk

IN 't begin van de 17^e eeuw gingen kluizenaars wonen bij de Sinte-Annakapel die 't godvruchtig begijntje Barbelke Bonte op den buiten van Kortrijk (aan den kant van Belleghem-Rolleghem) had doen bouwen. Die stichting werd weldra een Eremijtenklooster. Een school kwam er bij. De ‘Ermytagie’ werd door keizer Jozef II in 1783 opgeheven. De school bleef bestaan tot in 1812⁽¹⁾.

(1) F. De Potter Geschiedenis der Stad Kortrijk. (Gent, 1873-1876) Deel II, bl. 355-357; deel III, bl. 353-357. - H. Vercruysse Les anciens établissements d'enseignement moyen à Courtrai. (Kortrijk, 1908), bl. 251-287.

[p. 271]

In het handboek van den deken der kerstenheid, Frans-Jozef Schouteten, pastoor van Aalbeke, vinden we het toewijdingsgebed door een broeder-eremijt bij de kleeding en de geloften uitgesproken. De broeder is Pieter-Jozef Verheije van Thielt (aldaar gedoopt den 11 Mei 1731). Den 28 October 1756 ontvangt hij het kloosterkleed uit de handen van den deken. Zijn bede luidt alzoo:

‘Ick begeire om de liefde Godts het habijt van Penitentie, om hem in dese cluijse getrouwelijck te dienen door t' onderhouden sijnder geboden; ingaende den nauwen wegh die leijdt tot het eeuwigh leven, in eenigheijt, stilswijgentheijt en verstervinghe’.

Den 30 November 1757 spreekt hij voor denzelfden heer deken de geloften (‘vota, propositi vim habentia’) uit als volgt:

‘Ick broeder Jozeph belove aen Godt, aen d'h, Maeghet ende Moeder Godts Maria, d'h. Anna ende alle Godts heijligen, ende aen u, Vader, t' onderhouden in dese cluijse ende eremijten staet de geboden Godts; ende, volgens dat dien betaemt, godtvruchtiglijck, eerbaerlijck, seegbaerlijck ende gestigtiglijck in den geest van armoede te leven, met onderwerpinghe aen mijne wattighe oversten, besonderlijck sijne Hoogweirdigheijt den bisschop van Doornijck ende den Eerw. Heer Pastor van Cortrijck: ende sonder toestemminghe van geseijde Hoogweirdigheijt ofte sijne successeurs dese plaetse ofte staet niet te verlaeten’.

Aldus op de blz. 58, 60 en 61 van het handboek van den daken (Registrum decanale) dat berust op het archief der Sint-Maartenskerk te Kortrijk, onder de schikking E. 2.

A.V.