Biekorf. Jaargang 35
(1929)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 220]
| |
Het KrabbenzakjeOOK in de krabbenwereld bestaat er ellende... De jonge Sacculina, schier onmerkbaar nog voor 't bloot oog, is 'n diertje dat de eerste vijf dagen na zijne geboorte vrij in de zee rondzwemt. Dan ondergaat het eene gedaanteverwisseling: de dierkundigen zeggen dat het, evenals zijn verwanten, uit den Naupliusstaat in den Cyprisstaat overgaat. Deze Cypris zwemt nog 'n tijdeke rond, genoeg om wat te groeien, zoekt dan een jonge krab uit, in wier darm nabij het achterlijf zij wonen gaat, en wordt daar eene volwassen Sacculina. Wonderbaar is het dier aan zijn woekerleven aangepast: 't verliest al de uiterlijke kenmerken van zijn geslacht en ook zijnen darm omdat het van nu voortaan zijn voedsel door de arme krab zal laten uitkiezen en verteren. Daartoe bouwt de Sacculina een net van uitloopers die dringen tot in de uiterste leden van de krab, tot in 't laatste lid van de pooten, tot in de draagtuitjes van de oogen! Maar dat zonder de noodzakelijke levensdeelen van de krab te beschadigen! Iedereen die ooit een krabbe goed bekeken heeft, heeft ook opgemerkt dat ze aan haar onderlijf achteraan een aangedrukte, driehoekige plaat draagt. Bij het wijfje is deze plaat om geslachtelijke redenen breeder en buigzamer dan bij het mannetje, en draagt borstelharen om de eieren op te houden. Deze plaat is niets anders dan het achterlijf van de krab. Deze immers als SchaaldierGa naar voetnoot(1) behoort tot de groote klasse der Gelede Dieren wier lichaam uit drie hoofddeelen bestaat: kop, borst (thorax) en achterlijf (abdomen). Deze drie deelen zijn bij de insecten (wesp, waterjuffer, vlieg, enz.) zeer duidelijk te onderscheideu. Bij de krabben integendeel zijn kop en borst vergroeid tot het eigenlijk krabbenlijf en van het achterlijf is enkel het pas beschreven plaatje overgebleven. Sacculina nu was zoo slim in het lijf van de krab boven het plaatje te gaan wonen. 't Duurt niet lang of ze begint door de harde buikschaal te boren, kruipt gedeeltelijk naar buiten en vormt daar een zachten, geelachtigen, en soms paarskleurigen zak die wel 2 cm. breed kan worden, door de achterlijfplaat van de krab gedekt nu beschut zit, en de geslachtsorganen van het woekeroier bevat. De krab moet dezen | |
[pagina 221]
| |
ongelukkigen zak zoo wat drie jaar lang meesleepen op haar tochten: eerst twee jaar eer de ongewenschte gast geslachtsrijp is en dan nog één jaar voor het herhaaldelijk eierleggen. Dan is de Sacculina oud en versleten: ze sterft en verlost de krab die niettemin zijn leven lang de gevolgen van de woekering zal moeten dragen: lichamelijke onvolgroeidheid en geslachtelijke onvruchtbaarheid en ommekeer. Hoe dat? De Sacculina is zoo volkomen op haar leventje afgericht dat ze begint met in 't lichaam van de krab een vocht af te scheiden dat deze belet nog van schaal te veranderen. Immers deze verrichting die noodig is voor den groei van de krab ware eene ramp voor de Sacculina. Wat meer is. We hebben gezeid dat de mannelijke achterlijfplaat nauwer en stijver is dan bij het wijfje. Daarom kan ze het zakje niet genoeg beschutten tegen de scheuring van 't zand en steenen waar de krab over kruipt. Wat gebeurt er? Bij het wijfje beïnvloedt de geslachtelijke bestemming ('t dragen van de eieren) de achterlijfplaat zoodanig dat deze breed en buigzaam uitgroeit. En de aanwezigheid van het zakje bij een mannetje (zakje dat op gelijke wijze als de eieren bij het wijfje moet beschut worden) beïnvloedt op dezelfde manier het lichaam van den gastheer: het mannetje wordt wijfjesachtig in zijn uitzicht doordat zijn achterlijfplaat breed en buigzaam wordt! Ziedaar nu waarom de klant van onze vertelling ook Sacculina Carcini, dat is Krabbenzakje, genoemd werdGa naar voetnoot(1). Krab en Krabbenzakje zijn verwanten: allebei zijn ze schaaldier! Sacculina, Balanus (Zeepok) en Lepas (Eendenmossel) zijn de drie Cirripeda van onze kust: eene soort van schaaldieren die in volwassen toestand een gebonden leven leiden: Lepas zit met een steel vast aan stukken hout in zee, Balanus bouwt zijn witte huisjes op steenen en palen en schallen van krabben en mossels, en Sacculina... heeft het beste deel verkozen! Jozef De Langhe. |
|