Biekorf. Jaargang 35

Groeninghe en Boneffe

DE Cisterciensernonnen der abdij van Groeninghe bij Kortrijk stonden niet altijd onder de commissie (of het afgevaardigd toezicht) van den abt der Duinenabdij.

In het midden van de 16^e eeuw behoorde de commissie over Groeninghe aan den abt van Boneffe, Cistercienserabdij in het graafschap Namen. Als biechtvader verbleef toen in het Groeningheklooster Louis de Qualie (alias de Quaye), geboorlig van Waesmunster en monnik der abdij van Boneffe. Hij werkte aan de hervorming van het hem toever-

[p. 117]

trouwde klooster⁽¹⁾. De abt van Boneffe bezocht Groeninghe in April 1558⁽²⁾.

In Mei 1560 ging de commissie weer op den abt van Duinen over. Den 4 Juni van dit jaar vertrok L. de Qualie terug naar zijn klooster te Boneffe⁽³⁾. Het volgende jaar werd hij abt aldaar en vergezelde den abt van Clairvaux op zijn visitatiereis in Brabant, Henegouw en Vlaanderen⁽⁴⁾. Hij overleed den 28 Juni 1567⁽⁵⁾.

A.V.

(1) U. Berlière. Monasticon Belge (Brugge, 1890), bl. 68. - ‘Droneck’ aldaar is volgens de tafel der Errata als ‘Groeninghe’ te lezen.

(2) ‘Item gheschouncken by burchmeesters ende schepenen up den xxi^en in april 1558 naer paesschen anden prelaet van Bonnef, wesende te dien tijde te Groeninghe, zes cannen wijns’. Kortrijk, Gemeenterekening 1558-59 f. 49.

(3) F. Van de Putte Chronique et Cartulaire de l'abbaye de Groeninghe à Courtrai (Brugge, 1872), bl. K. xxiv.

(4) Aldaar, bl. K. xxvi.

(5) U. Berlière. t.a.p.