Lieve-Vrouwen's drinkkelkske’ genaamd, om 't volgende, zeggen ze.
Daar was een keer een voerman die versteld zat met een zwaar beladen wagen rijnschen wijn. De wielen zaten tot aan de busse in 't slijk, en wat hij tierde of sloeg, de peerden en kosten niet, meer voort en zaten vast. De man schartte in zijn haar, vertrok zijne klak, en hij en wiste niet meer wat gedaan. Tenden allen raad begon hij 'n Weesgegroet te lezen, en riep Onze Lieve Vrouwe om hulpe in zijnen nood. Binst dat hij zat te bidden kwam er daar eene arme vrouwe voorbij, en zij sprak hem aan.
- Brave man, zeide zij, gij schijnt in nood, uwe peerden zijn versteld, 'k zie het, de wielen van uwen wagen zitten diepe in 't slijk. Wilt gij mij uit liefde voor Onze Lieve Vrouwe een slokske wijn geven, ik zal u verlossen: ik heb zulken dorst.
- Ik zou dat geheel geerne doen, brave vrouwe, maar ik en heb geen glas of beker, antwoordde de voerman.
- Als 't maar dat en is, zei de vrouw, ik zal wel een glas vinden. En zij trok daar in de hage een bloemken af dat uit-end-uit een kelkske was. Schinkt dat half vol, zei ze, dat is mij voldoande.
De man voldeed aan hare vrage en reikte haar het kelksken zeggende: mocht Onze Lieve Vrouwe mij toch helpen.
En, wat wonder, die arme vrouwe veranderde in eene prachtige koninginne met eene schitterende kroon op haar hoofd, en zei: brave man, uwe bede is verhoord, en ze verdween.
Toen de voerman zijn zinnen weder thoope kreeg en wilde vertrekken, ging het nu alleen: de wagen scheen vanzelfs voort te gaan. En de man al Onze-Lieve-Vrouwe bedankende zette vol vreugde zijnen weg voort
***
Die bloeme komt aan een slag van binde die veel