Ostade.
- In het vorig talmerk alhier bl. 141 wordt naar de nauwe beteekenis van dit woord gevraagd. Bij Verwijs en Verdam staat ostaden aangewezen als zijnde ‘uit het oudfransch’ de ‘benaming van eene stof’. Het wordt nog in de hedendaagsche groote Fransche woordenboeken (Larousse b.v.) opgegeven met de beteekenis: een oud zeventiendeeuwsch weefsel uit zuivere wol. Kiliaen geeft ostade, hostade als Fransche overzetting van orser, anders nog orset, osset: een halfzijden weefsel. Doch E. Gailliard. in zijn Vlaamsch Glossarium op den Inventaris van het Brugsch archief door L. Gilliodts (Brugge 1879-82), onder het woord orset, meent dat ostade wel van orset moet onderscheiden worden. Hiervoor wijst hij op een tekst van 1622 in het Placaetbouck van Vlaenderen, Deel II, bl. 514-515, en haalt ook het gezag aan van D. Carpentier die in zijn Supplementum op het Glossarium van Du Cange het woord Ostada aldus uitlegt: Panni species ex lana subtiliore contexti, idem quod nostris Estame.
Dus: een licht weefsel uit zuivere wol.
A.V.
***