‘Onze Lieve Vrouw van Halle en de stad Brugge.
De schat van Onze Lieve Vrouw van Halle is, dank aan de vrijgevigheid van hare dienaars, rijk in kleederen en mantels, zoodat het beeld maandelijks, volgens den liturgischen tijd, met andere sieraden kan getooid worden. Een der merkwaardigste stukken is een eigenaardige mantel, geschonken in het jaar 1724. Het is een rood fluweelen kleed, belegd met zilveren fijn geslagen platen. Dat het van Brugge komt, sprong allicht in 't oog door het wapenschild dat er in het midden op prijkt: de ‘twee beertjes’ die 't schild dragen met den Leeuw van Brugge en een gekroonde B. Onderaan het schild en boven het jaartal 1724 staan de volgende hoofdletters C.B.B.M.H. die men tot hiertoe dacht de beginletters te zijn van den naam der gevers. Doch, hoe zonderling en toch eenvoudig, werd er ons vóór eenige dagen voorgesteld de letters in een Latijnschen zin om te zetten, zoodat men als tot de volgende rebusoplossing kwam; ‘Civitas Brugensis Beatae Mariae Hallensi’. (De stad Brugge aan O.L. Vrouw van Halle).
‘Blijft ons nu nog te ontdekken welke gelegenheid de stad Brugge tot zoo'n kostelijke gift mocht bewegen.
‘Is er soms geen vriend van Brugge en tevens ook van Onze Lieve Vrouw van Halle, die daarin zou kunnen wat licht brengen?’ (‘Nieuws van den Dag’, 9-v-28).
Die vriend kan misschien best iemand zijn die aan Resolutieboucken en Rekeninghen van Brugge kan, waar ten jare 1723-'4, mogelijks daarover wel iets staat te vinden.
T.R.