Biekorf. Jaargang 34
(1928)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 130]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en Engeland, en nu laatst in Nederland, is de belangstelling in die soort van namen zeer levendig geworden; zelfs legt men, vooral in de twee eerstgenoemde landen, eene voortvarendheid aan den dag, die soms tot voorbarige besluiten, en vooral tot niet doordachte etymologieën, leidt. De reden daarvan is dat er te veel op homoniemen gelet wordt, en dan nog wel homoniemen uit de hedendaagsche taal, en veel te weinig op oude gebruiken, op oude woordvormen, ja in 't geheel niet op de persoons- en familienamen van vroegere en latere tijden, die in de geographische benamingen een zoo grooten, ja overwegenden, rol gespeeld hebben: de eene brengen ons toponiemen ter kennis, terwijl de andere ons leeren hoe menige plaatsnamen aan een persoonsnaam verbonden zijn geweest. In de familie- of geslachtsnamen, die op -man uitgaan, staan er voor omtrent 90% met eigenlijke plaatsnamen en allerhande toponiemen in verband: Beeckman, Bergman, Daelman, Eeckeman, Polderman, Slootmans, Vekemans, Mylleman, Perremans behooren tot dat slag en zijn gemakkelijk te onderkennen van andere familienamen, waarvan de uitgang eveneens -man is, als bijv. Veranneman, Woutermans, Timmerman, Bettemans, Coopman, enz., die op afstamming, beroep of stand doelen. Van eerstgenoemde soort geven wij hier een aantal voorbeelden op, met daarnevens het toponiem waarvan zij afgeleid zijn, of schijnen. En bij deze gelegenheid doen wij een oproep tot de lezers van Biekorf, om nog andere man-namen te verzamelen en hier te willen kenbaar maken; want het getal dier namen moet zeer groot zijn. Volgens de uitkomst onzer opsporingen, zouden de man-namen van latere vorming zijn dan de namen, die met van de, of met ver- beginnen. In de stadsrekening van Brugge over het jaar 1302-1303 komen bij honderden namen voor, waaronder slechts 12, die op toponiemen passen, en 8 die op | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 131]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wat anders zinspelen, als: de Man, Amman, Clavman, Coepman, Woutermans, Camerman, Boterman en Stierman Ook in het Renteboek van Jan van Namen, over de heerlijkheid van Wynendale, over het jaar 1388, komt er, op meer dan 250 persoonsnamen, enkel één man-naam voor, te weten Wouter Boiseman, van Hooglede. In nog andere naamlijsten vonden wij dezelfde verhouding. Voòr 1500-1600 was het nog altijd gelijk, met alevenwel eene lichte vermeerdering van man-namen, die door een toponiem voorafgegaan worden. Het heeft er dus allen schijn van, dat het toevoegsel -man een equivalent geweest is van de voorvoegsels van de en ver-, en als eene verkorting gebezigd werd. Nog hedendaags is dit processus waar te nemen. Zoo kenden wij persoonlijk Pitteman, wiens naam Van de Putte was, alsook Daelmans, die eigenlijk altijd Van Daele teekende. Wij kennen anderszins wel stam- of geslachtsnamen, als Pieterman, Wouterman, Veranneman, enz., alsmede spookselnamen, die ook met -man samengesteld zijn, als Boeman (uit Boe-Boe!), Peuekelman en Zwarteman. Spotnamen op -man bestaan en ook: zij wijzen op eigenschappen of gebreken: Dolleman, Dronkeman, Prulleman, Lulleman, Zageman, Zotteman. En dan komt nog de tamelijk groote groep man-namen, die op ambten of beroepen doelen, als: Amman, Berman, Bootsman, Stierman, Voerman, Zutterman, Leidtsman, Hangheman, Weyman (jager), Timmerman en dergelijke. Wij kennen ook wel namen, die op -man uitgaan en een toponiem voorafdragen, al is 't dat wij geen equivalent met Van- Vande- of Ver- aangetroffen hebben: besluiten tot het niet-bestaan van dezulke, durven wij niet doen. Zoo hebben wij Boterman, maar we kennen geen Van Boter, al is boter hier als weiland te verstaan. Een Jehan Zoeteman leefde in 1286 te Landrethun-le-Nord: zijn naam kan best op het Zoute doelen en Noydemans, ook uit de XIIIe e. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 132]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
doet ons aan het toponiem node denken. Maar, wij kennen er nog te veel voorbeelden van om ze hier op te sommen. Er valt mede aan te merken, dat de samengestelde plaatsnamen, of andere toponiemen waar een persoonsnaam de grondslag van is, wel nooit tot een -man-naam zal anleiding geven. Alzoo komt er geen een persoonsnaam voor, die met Isenberghe, Groenhove, Zerkeghem, Landertun, Swevezeele, Poperinghe, Isendorpe, Hoogelande, Reigersvliet. enz. samengesteld is. Maar alle andere enkelvoudige voorwerpsnamen hebben ervoor kunnen dienen, zooals Caster, beek, berg, brouc, eeeke, hove, hem, ael, polder, dijk, kassel, vliet, veld, zeele, enz. wanneer zij zich als eerste lid van een naam voordeden. De betrekkelijke ouderdom der familienamen kan veelal uit hun vorm blijken. Holemans, bestaat; Heulemans niet. Dit leert ons eens te meer inzien, dat de -man-namen reeds opgekomen zijn voòr de XIIe eeuw, toen de o nog niet tot ö of eu verzacht was. Wij halen hier nu enkel de familienamen aan, die een toponiem zijn met de toevoeging van het woord -man. Als wij zeggen ‘familienamen’, moeten wij de bemerking maken, dat deze soort van namen, voòr de invoering der boeken van den Burgerlijken Staat, in 1811, niet wettelijk bestond; maar dat de naamvormen waaruit zij ontstaan zijn, van veel vroeger als geslachtsnamen in de wandeling dienst deden. In navolgende lijst zijn de stamnamen van toponymischen aard, terwijl het toevoegsel -man zooveel beduidt als nabuur, gebruiker, bezitter of afkomeling van de geographische voorwerpen, die erbij pasten:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 133]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 134]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 135]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 136]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 137]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wij hebben een vluchtig overzicht willen geven van de familie- of geslachtsnamen, die uit een toponiem als eerste lid en het toevoegsel -man als tweede lid, sedert de XIIe eeuw, in gebruik zijn gekomen, naast de oudere benamingswijzen Van de; Var-; en Ver-. Zeker is niet alles gezegd en kan er uit verder onderzoek op andere plaatsen van ons taalgebied meer dan een verrassende bijzonderheid opgehaald worden. De familienamen werden trouwens nog zoo weinig bestudeerd! Maar bij de nakende uitbreiding van het beoefenen der Plaatsnamen, zullen deze namen als van zelf de aandacht moeten wekken. K.d.F. |
|