Mengelmaren
'n Opsteldiefte
VAN Heer K. De Wolf die verleden jaar in Biekorf ‘Wanne Craeye’ liet zetten, ontvangen we verzoek hier het volgende kenbaar te maken.
‘Weerde Biekorf.
Ik wil het geweten hebben, en verlang dat het voortgezeid worde, dat het buiten mijn wete en toelatinge geschied is dat er op 't einde van '27 en begin van '28, uittreksels van Wanne Craeye in den Duinengalm van Oostende, onder de hoofding “Aan de Gernaestrap”, (een vak zoogezeid voor volksluim en leute) overgenomen werden. Die uittreksels staan daar, op zulke wijze ingewerkt in den aaneenhang zelven van dien “Gernaestrap”, dat ik ongetwijfeld mocht spreken van opsteldiefte en van rechterlijke gevolgen - was 't niet geweest van 'n tusschenkomste waarom ik uit eerbied mij op dien weg heb weerhouden.
Ik had toch gewenscht en heb het gezeid, dat de Duinengalm (of zijn naamlooze kluchtmaker) eerlijk mijn name daarùit zou gewasschen hebben door eene of andere vermelding. Ik walg ervan inderdaad dat mijn werk en mijn naam ooit nog ergens zouden kunnen gemengd schijnen met den smakeloozen, gemeenen inhoud van dien onnuttigen “Gernaestrap”. Ik heb spijt erin dat er even ook daar een onhoffelijk en misschien-boosaardig gebruik is gemaakt geweest van bekende namen dààt uit de streke, namen van menschen die me nogweleens ervoor zouden kunnen aanzien.
Daar ik nu echter vanwege den Duinengalm vruchteloos deze allerminste voldoening verwacht hebbe, stel ik daartegen verzet hier in Biekorf, gelukkig ten anderen hierbij een gelegenheid te hebben om dietsch en duidelijk te maken dat ik, in het volksleven, in 't luimige eruit, ook in het grofste daarvan, alleen 't schoone wil zien en wil weergeven’.