Taalvonken
(Vgl. Biek. boven, bl. 59 en de vorigen).
't IS effen lente, en 't wordt al gesproken van... van... - hoe gaan we zeggen -: ‘het zomeruur’ (l'heure d'été)? of ‘den zomertijd’ (op zijn duitsch)?
Nasten-van-Victoor's zei 't anders: ‘van de zomerlaatte’ zei hij.
Nasten van Victoor's is bakker, en wanneer hij bakt - hoor'-je wel - hij doet daar een smaakske bij van eigen-en-dwersdoor vlaamsch.
L.D.W.