En toch!
Er nog een keer op gebromd. ‘Degelijk, wetenschappelijk’ vlaamsch uit de bladen van onze intellektueele leiders: ‘Van het delireerend enthousiasme kunnen wij geen idee geven; een kombatief karakter; de pompiers richtten hunne lansen (!!!) op het vuur; een impuls tot de organiseerende studie; de kunst in onze Lage Landen (= Pays-Bas); hij houde zich dat voor gezegd; de specijiek mechelsche attractie; zij hebben alle contact verloren met de vlaamsche massa's; liet afscheid Eerw. Heer B.; het gedenkteeken Beernaert; een beweeglijke jonge dame (= jeune personne remuante); drie Italianen en twee Engelschen namen het vertrek (die waren 5 vliegers: 't is te verstaan dat ze zorgden, ze 'n vinden daar toch hoog in de lucht niet àl hun gerief); de noodige alliantiën en solidanteiten; Heer D. maakte eene flinke verschijning; het vermeerdert de artislieke potentie van die katholieke uitingen, de prostitutie onder het abolitionnistisch regiem; dat is de apotheose van het ekspressionisme, deklameerde hij in ekstase; het origineele orgaan (!! = original); een rijke zonderting (= un riche particulier); het heeft drie uur geslagen op den pittoresken toren van s. Amands, wanneer een groote beweging onder de massa de aankomst onzer vorsten schijnt te signaleeren; de gezondheidstoestand heeft een normaal verloop; het onderwerp-schoolwet; eene pleïade notabiliteiten en paedagogen; de grootmeester der opvoedkunde illustreert
deze kapitale waarheden met tal van trekken; het volk laat hij communieeren met de hoogere sferen van orde; de federatie noyauteert de andere organismen; de kwestie is aktueel; het electrisch Utopia; deze magnifieke rede vol diamanten gedachten, waarvan wij in galop rechts enkele fragmenten op het papier konden werpen wer'd aan het einde toegejuicht door het enthousiast publiek’!
Dit laatste en veel van 't vorige, in De Standaard, was onderteekend door Mijnheer Cr. En, Mijnheer Cr., ik heb uw opstel laten lezen door mijne meid, als U permitteert, een eerbaar mensch, Mijnheer Cr., en geleerd volgens heuren stand, doch (...welk een lacune voor eene Vlaminge, zal U zich ecrieeren) die niettemin geen fransch en kent. En mijne meid, Mijnheer Cr., zei dat ze van Uw ‘degelijk’ vlaamsch geen drie woorden achtereen en verstond. Ze 'n kent nochtans niets-anders als vlaamsch! En ze kent het wondergoed. Knoopt dat aaneen nu. Ik denk: vermits zij niets-anders als vlaamsch en kent, 't is dat Uw vlaamsch geen vlaamsch en is, Mijnheer Cr. 'k En kan 't ik maar zoo uitleggen. Bijgevolg, om ons niet verder te verergeren, schrijft dan maar liever in een fransch orgaan; of, wil'-je voort tot Vlamingen spieken (als leider dannog en als ingever, en