Van dat ‘Zaksken’
(waarvan spraak is boven, op bl. 254). We vernemen dat Heer K. de Flou 'n -keer-voorgoed zon willen geweten hebben dat hij in dat Straatnaamberek (of zóógezeid toch) van Brugge niet en is, en nooit is geweest, bijgevolg voor straatnaamschending in den aard van die ‘ZakskensstraatZakskensstraat’ (insteê van ons oud ‘Zaksken’) niet aansprakelijk kan zijn... Doch als men, aan mannen lijk Hij is, geen raad en gaat vragen om Brugge in zijn oude namen te herstellen, aan wien vraagt men dan raad? aan mannen die Brugge niet kennen?