Biekorf. Jaargang 33
(1927)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdPhilips II te BruggeZOOALS men weet werd Philips II tijdens het bewind van zijn vader Karel V als toekomstig landsheer van de Bourgondische gewesten gehuldigd. 't Was bij deze gelegenheid dat hij voor het eerst te Brugge verscheen; hij bezwoer er, op 23 Juli 1549, de stedelijke privilegien en nam tevens den eed van | |
[pagina 105]
| |
getrouwheid van de burgerij in ontvangstGa naar voetnoot1). Op zijn latere reizen bezocht hij nog tweemaal de stad, te weten: in 1555 en in 1557, doch telkens slechts voor korten tijd. Den eersten keer kwam hij van Engeland en was op weg naar BrusselGa naar voetnoot2), waar hij door zijn keizerlijken vader ontboden was om de regeering van de Nederlanden over te nemenGa naar voetnoot3). Bij een schrijven van 26 Augustus 1555 was het stadsbestuur, namens de landvoogdes, koningin Maria van Hongarije, aangemaand geworden om den vorst behoorlijk te ontvangen en dienaangaande met den heer van Molembais, grootmeester van het hof van Hare Majesteit, in overleg te treden. Op 6 September, enkele uren voordat Philips zijne inkomst deed, bracht de stedelijke overheid het prinselijk bezoek ter kennis van de bevolking. Bij hallegebod liet zij weten dat de hooge gast hier in de stad zou aankomen, langs de Smedenpoort; vandaar zou hij zich naar het hof van PitthemGa naar voetnoot4) begeven, over de Vrijdagmarkt, door de Steenstraat, langs het Westvleeschhuis, door de Mariastraat en de H. Geeststraat. De inwoners, vooral degenen die langs den bovengenoemden weg woonden, werden uitdrukkelijk en op straf gelast om de straten en greppen te reinigen en schoon te houden. Bovendien werd er medegedeeld dat de verscheidene ambachten ieder een aantal personen moesten af- | |
[pagina 106]
| |
vaardigen, gekozen onder de dekens, bestuursleden en andere notabelen, om den vorst met toortsen in te halen; de daartoe aangewezene ambachtslieden, in 't zwart gekleed, zouden om 2 uur 's namiddags op het stadhuis bijeenkomen. Toen Philips in zijn verblijf was afgestapt, lieten de heeren van de wet hem kostbare geschenken aanbieden, namelijk: een stuk Rijnsche wijn, een schijf onbereide was, wegende honderd zevenenveertig pond, vierentwintig toortsen, twaalf pond tafelkaarsen en zes pond suikergoed. Des anderen daags reeds zette de vorst zijn reis voort naar Brussel, waar hij op 8 September aankwamGa naar voetnoot1). Den tweeden keer kwam Philips, langs Eecloo, naar Brugge, op 12 Maart 1557. De ontvangst ging ditmaal met geen staatsie gepaard. Niettemin gaf de stedelijke overheid den koning nogmaals wijn, was, toortsen, tafelkaarsen er. suikergebak ten geschenke. Den volgenden dag begaf zich de hooge bezoeker naar de collegiaalkerk van Sint-Donaas, in gezelschap van den graaf van Egmond en van verscheidene andere edellieden. Knielend op een tapijt dat voor het hoogaltaar gespreid lag, woonde hij de mis bij, die, met zijn instemming, door den deken van het kapittel gelezen werd. Voordat hij de kerk verliet, werd hij door den proost om zijn gewaardeerd bezoek bedankt. Van Brugge vertrok de koning, hoogst waarschijnlijk denzelfden dag, naar Oudenburg. Het verder doel van zijn tocht is ons echter onbekend. | |
BijlagenBezoek van Philips II in 't jaar 1555.Het hof verwittigt de stadsregeering van de komst van koning Philips II. Marie, par la grâce de Dieu royne douaigière de Hongrie, de Bohême etc., régente. Chiers et bienamez. | |
[pagina 107]
| |
Pour ce que le roy d'Angleterre, monseigneur nostre prince, se trouvera de brief par deçà et prendra son passaige par la ville de Bruges et partant sera besoing le recevoir illecq honnourablement et le faire pourveoir avecq ceulx de sa suyte de toutes choses nécessaires, à ceste cause vous requérons et de par l'empereur monseigneur ordonnons que à son arrivée celle part vous ayez à le aller recevoir avecq torches et aux cérémonyes que l'on est accoustumé user vers Sa Majesté ImpérialeGa naar voetnoot1), quant après avoir esté quelque temps absent elle vient en quelque ville, puis que la première entrée s'est ja faicte en ladicte ville; et comme nous envoyons présentement par delà le seigneur de Molembaiz, nostre grant maistre d'hostel, afin de y pourveoir aux choses requises pour la réception et tractement dudict seigneur roy et de sadicte suyte, comme de luy entendrez plus amplement, nous vous ordonnons aussi le oyr et croyre en ce qu'il vous en dira, en luy donnant toute ayde, adresse et assistence en ce que pour l'effect de sa charge sera requy et en ce ne faictes aucune faulte. A tant, chiers et bienamez, Nostre Seigneur vous ait en sa garde. De Bruxelles, le 26me jour d'Aougst 1555. Subsingné; d'Overloope. Brugge, stadsarchief, stadscartularium: Nieuwen groene bouck BB, blz. 211. Vergoedingen van de stadsboden die naar de aankomst van den vorst gingen vernemen. Den 6enGa naar voetnoot2) van dezelve maent [Septembre] was Mahieu Delvoye, messagier, ghesonden in poste ende grooter diligencie omme te vernemen de compste vander Majesteyt vanden coninck, onsen geduchten heere ende prinche, commende uut Ingelant in poste, | |
[pagina 108]
| |
daerof hy zekere tydinghe vernam tOudenburch ende also weder in poste thuuswaert quam, daervooren hem betaelt es by ordonnantie vanden college 6 s. 8 d. gr. Den 9en vander voorn. maent was Anthuenis Vatinel, messagier, betaelt van dat hy by laste vanden college daer te vooren in diligentie ende in poste gereden hadde jeghens de Majesteyt vanden coninck van Ingelant, omme te vernemene hoeverre dezelve Majesteyt ghecommen was ende mynheeren vander wedt daerof de wete gedaen, by ordonnantie 2 s. 6 d. gr. Ib., stadsrekening over de jaren 1555-1556, bl. 53 v. nr. 7 en blz. 54 nr. 3, rubriek: Uutgheven van rideghelde. Bekendmaking van de schikkingen, door de stedelijke overheid getroffen, aangaande de ontvangst van den vorst. Actum ter clocke, 6e Septembre 1555, present dheeren Pieter de Vooght ende Lowys Thierin, scepenen. Men gheeft ulieden te kennen etc. hoe dat mynheeren vander wet gheadverteert zyn dat onsen harden gheduchtighen heere ende prince, den coninc van Inghelandt, hedent naer noene binnen deser stede commen zal, uuten welcken men ordonneert ende beveelt dat elc de straten ende grippen voor zyn duere, byzondere tusschen de Smedepoorte, over de Vrydachmarct, duer de Steenstrate, aldaer de prince passeren zal naer het Westvleeschuus ende Onser Vrauwekercke totten huuse van mynheere van Pitthem, schoone make ende schoone houde, up al dat zy houden van den heere ende vander wet ende up arbitraire correctie. Voort zo hebben mynheeren vander wet gheordonneert onsen voors. gheduchteghen heere ende prince, de coninc van Inghelant, inghehaelt te wesene met tortsen, dewelcke ghedreghen zullen worden by dekenen ende eeden ofte andere notablen vanden ambochten van deser stede, uuten welcken men scerpelick ordonneert ende beveelt dat elc dekene vanden | |
[pagina 109]
| |
ambochten zende hedent, te twee hueren naer noene, in tscepenhuus van deser stede, alzo vele persoonen als hem byde ghecommitteirden vander wet gheordonneert es te bezorghene omme de voors. tortsen te draghene ende dat deghone die daertoe ghedeputeert zullen zyn hemlieden heerlic stellen in zwarte habyten, alzo zy huerlieder prince eere ende reverencie doen willen. Ib., hallegeboden over de jaren 1553. 1564, blz. 91 r.-v. Onkosten van de stad naar aanleiding van de komst van Philips II. Heindryck van Zolderbeke, weerdt in Blancke-berghe, over den coop van een stick Rynsch wyn, houdende 9 sesters, te 36 s. gr. te tonne houdende drie sesters, compt: 5 £ 8 s. gr. ende bovendien van oncosten in diverssche partien 3 s. 6 d. gr., es tsamen: 5 £ 11 s. 6 d. gr.; Jan de Damhoudere, over den coop van een scive onghewrocht was, weghende hondert zeven ende veertich ponden, te 22 croonen thondert, compt: 6 £ 9 s. 6 d. gr.; voorts Adriaen Aelters, waslichtmaekere, van 24 toorsen, van 4 pondt tstick ende twaelf pondt tafelkeersen, tsamen: 2 £ 8 s. gr.; twelc al, met een doose ghestoffeert met Spaensche tregie, van 6 ponden, ghelevert by Clays Rogiers, die coste 8 s. gr, den 6en in Septembre 1555, ghepresenteert was onsen gheduchten heere ende prince, den coninck van Inghelandt, commende binnen deser stede in poste ende vernacht hebbende, vanhier vertrack, bedraghende al tsamen de voorn. partien ter somme van 14 £ 17 s. gr. Adriaen Aelters ende Gregooris vanden Cattoire, waslichmakers, over den coop ende leveringhe van twee hondert tortsen, van drie ponden tstic, die by laste van mynheeren vander wedt waeren ghedaen draeghen byden dekenen vanden ambochten ende neeringhen deser stede, ter blyder incompste van onsen voors. gheduchten heere, vander poorte totten | |
[pagina 110]
| |
huuze vanden heere van Pitthem, staende tusschen Onser Vrauwe ende Sint Salvaters kercke, daer Zyne Majesteyt ghelogiert was, hiervooren betaelt 14 £ 16 s. gr. Ib., stadsrekening over de jaren 1555-1556, blz. 81 v. nr 6 en blz. 82, nr. 1, rubriek: Uutgheven van ghemeene zaken. | |
Bezoek von Philips II in 't jaar 1557Vergoedingen van de stadsboden die Philips II te gernoet gezonden werden. Den 12en dach van derzelver maent [Maerte], was Mahieu de le Voye, messagier, ghesonden in diligentien naer Eecloo, omme naer dincompste van derzelver Majesteyt te vernemene ende die te gheleedene binnen deser stede ende vandaer tot Oudemburch, daervooren hem toegheleyt 10 s. gr. Ten zelven daghe was Anthuenis Vatinel, ooc messagier, ghesonden naer Eeclo, naer dezelve Majesteyt ende daervooren hem toegheleyt byden college 5 s. gr. Ib., stadsrekening over de jaren 1556-1557, blz. 64 v. nrs. 3, 4, rubriek: Uutgheven van rideghelde. Uitgaven van de stadsregeering voor geschenken die den koning aangeboden werden. Willem Vrombout, weirdt inden Blenden Ezele, over den coop van eenen sticke deilwyns, houdende 8 zesters 12 stoopen, 6 £ 8 s. 4 d. gr. ende van diverssche oncosten 3 s. 8 d. gr., compt tsaemen: 6 £ 12 s. gr.; Adriaen Aelters, waslichtmakere, over de leveringhe van eene nyeuwe schyve was, weghende 65 pont, te 10 gr. tpont, compt: 2 £ 14 s. 2 d. gr. ende voorts van 24 tortsen, van 4 pont zwaer elcken tortse, te 6 gr. tpont ende 12Ga naar voetnoot1) tafelkeirsen, te 11 gr. tpont, | |
[pagina 111]
| |
al twelcke, met eender, doosin Spaensche tregie van 8 pont, by Clays Rogiers ghelevert, die costede 10 s. 8 d. gr., den 12en in Maerte anno 1556 ghepresenteirt was onsen gheduchten ende souverainen heere, den coninck van Inghelandt ende Spaignen, doens wesende binnen dese zynder stede, bedraghende al tsaemen: 9 £ 16 s. 10 d. gr. Ib., t.a.p., blz. 84 nr. 5, rubriek: Uutgheven van ghemeenen zaken. Bericht omtrent het bezoek van den koning aan de Sint-Donaaskerk. Die Sabbati, 13a Martii, Serenissimus dominus Philippus, Caroli Quinti Imperatoris filius, rex Hispaniarum, Anglie, Francie etc., comes Flandrie, comite de Egmont et pluribus aliis nobilibus comitatus, intravit hanc ecclesiam et strato ante summum altare panno ex veluto, audivit flexis genibus missam bassam, quam dominus decanus hujus ecclesie celebrabat ex consensu ejusdem regis. Qua finita, dominus prepositus hujus ecclesie, unacum dominis cantore et nonnullis canonicis, locum oratorii ejusdem Regie Majestatis accessit, gratias agens quod eandem ecclesiam Sue Majestatis presentia et visitatione decorare dignata esset. Et nota quod priusquam dicta Regia Majestas veniret, fuit missa diei decantata retro summum altare et cantabantur vespere quando dicta Regia Majestas chorum intravit. Antonius Monachi, notarius. Brugge, bisschoppelijk archief, kapittelakten van Sint-Donaas over de jaren 1552-1561, blz. 86 v. nr. 3, kantteekening: Philippus rex Hispaniarum intrat hanc ecclesiam. |
|