Om te weten wat Vlaamsch is.
Taaltoehalige wendingen zijn b.v.: gebruikt bij wijze van uitroepingen (‘wel-Heere-die duts’ instee van ‘arme duts’), andere als herhalingen (‘stijf-stijf schoone’ om te zeggen ‘zeer schoone’) andere zoogezeid als schattingen (‘ik-'n-weet-niet-hoevele-wel’ instee van ‘onzeggelijk vele’, ‘een-stuk-vij'-zes, tweedrie’ instee van ‘een zestal, een drietal’), andere als tweelingwoorden gebezigd tot versterking van maat of hoedanigheid (‘noch-God-noch-goêmensch’ instee van ‘niemand’), andere als verwenschingen (‘vervlektsche, Godsche luiaard’ instee van ‘groote luiaard’, enz. enz.; nog andere zijn enkel een bezitwoord, een aanwijswoord, een voegwoord, een werkwoord. Versmaden we dien trant niet: volksch, moere van kunst en vlaamsch.