Mengelmaren
Boekbespreking
Jozef Simons, Kattestaart. [Liedjes op zijn volksch, Ring om het Jaar, Goudbloemenkrans, Uit bewogen Tijden, Drie Teksten voor Zangstukken, Liederen van ingetogen stemming]. Brussel, Gudrun, kl. in-8n, 96 bl. Fr. 6.
Bietjes, iets smakelijk's!
Jef Simons 'n is ons niet vreemde (enkele zijner zangstukskes-hier hebben in Biekorf gestaan): vooral niet vreemde daar hij, als onze westvlamingen, ook uit en voor ons volk wil werken. Uit deze reden komt hij zelfs naar van G. Gezelle, welverstaan op gebied van volksvertelling en -lied.
Waarachtig-waar is het dat G. meer hoorde, en S. meer ziet; dat G., met meer eenheid van voeling en taalzwier, meer u dreef naar de ruste, om, met uw oogen geloken, ook mede met hem, weg van den blek te gaan luisteren...; dat S. integendeel u opwekt, en aftrekt van woordengewieg, u bedwelmt soms met verwegekletter, om u zenuwachtig mee en om te doen vlinderen, en hier en daar te laten gaan-beeten en tusschen twee wipjes genieten.
Toch putten ze beiden gelijk, uit de ziel en den aard, uit de land- en de levenschap, uit de tale van 't volk.
Maar: totnutoe, tegenover G. die totzelfs met den gemeenzamen mond van het volk sprak, onbeschoold-weg, niet willende hemzelf zijn, en daardoor het meest Hemzelf is geworden, spreekt - onzes inziens - J.S. nog een beetje teveel met zijn eigenen mond, ttz. met zijn beschaafden