De Melda.
IEMAND (boven, bl. 23) stelt de vraag of de heer Dassonville weet dat er eene beek door Maldeghem loopt, welke nog heden den naam van de Melda draagt?
Daar wij dezen beeknaam in ons geheugen niet hadden, doorzochten wij terstond al de bescheiden waarover wij beschikken; maar wij vonden nergens een waterloopnaam van dat slag, zoomin te Maldeghem als in de omliggende gemeenten.
Noch in de lijst der waterloopen van 1843, noch in den Atlas en de Tafels der waterloopen, die in 1880 opgemaakt werden, zoomin als op de kaarten van het Kadaster of van de Buurtwegen (1846), of van Vander Maelen of van den belgischen Legerstaf, wordt er eene Melda als waterloop te Maldeghem aangestipt. De lijst van beken en grachten door ons, in 1906, ter plaats opgemaakt, bevat ook zulk geene benaming. Waar mag die beek toch verscholen zitten?
Laat ons met verschen moed nog wat oude landkaarten raadplegen. Frickx (1744), Sanderus (1641 en 1735), Blaeu, Hondius (± 1650), leeren ons geene Melda kennen. Later staat die naam noch bij Maillart (1800), noch op de Kaart van den Waterstaat (1820). De provinciale kaart van Oost-Vlaanderen draagt hem ook niet.
Misschien varen wij beter als wij zoeken in de twee zware folianten van het Landboek van Maldeghem, van 1726? Evenmin!
Men zou haast meenen, dat die verdoken beeknaam te vinden is in een geschiedboek uit den Renaissancetijd, zoogenomen bij Gramaye, Meyerus, Marchantius of Malbrancq. En dat zou wel' kunnen 't naaste blijken.
En zie! 't Is waarredig bij den geschiedschrijver der Morienen, bij P. Malbrancq, dat er van die fameuze Melda gewag gemaakt wordt. Hij zegt alzoo dat de Gentsche Lieve in overoude tijden de Melda geheeten werd. Maar iedereen weet genoeg wat zulke ijdele bevestigingen waard zijn. Ook wilde deze schrijver zijne meening met een ander fabeltje staven, door te zeggen, dat Maldeghem, ook al in overoude tijden, Meldfald zou geheeten hebben, hetgeen hij dan nog dwazelijk door domicilia ad Meldam vertaalde, zeker om toch het genoegen te smaken den lezer aan den volksstam der Meldi, door Julius Caesar vernoemd, te laten denken en verband te laten zoeken met den naam der gemeente Maldeghem. Doch, hoe is nu Malbrancq zelf aan die vermeende Melda gekomen? Mogelijks wel op het zicht van een slordig handschrift, waarin de naam der Heede voorkwam, waarvan de H aan M geleek en de tweede e op eene l trok.
Laat ons, in afwachting dat er waarlijk eene Melda ge-