Biekorf. Jaargang 29(1923)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 133] [p. 133] De Dood Langs 'nen gerskant bij een beke die vol pinklend water stond, zat de Dood en was aan 't rusten in den heeten avondstond. Van haar ongevleeschde schouders bad z'haar mantel afgeschud, en haar schoeisel lag wat verder rond 'nen rosten biezenhut. Bachten haar op 't malsch gelande, aaklig, met een sombren gloed, blekte 't botgeslegen zeisen druipend nog van menschenbloed. Met haar teenen, voor de koelte, speelde z'in het bekezop, dat in peerlen opwaarts kransde rond haar griez'lig'n beenderkop. J.I. Vorige Volgende