Laatste (!) doodstraffe te Harelbeke
PAllossery in zijn Geschiedk. Bksch. bd. II, bl. 107, tk 20, weet van ‘Criminele Sententien, ten laste van Pieter de Praetere, filius Pieter ende Pieter de Praetere, filius Aernout, geexecuteert binnen de Stede van Harlebeke, den 17 Maerte 1778. Gend, Ph. en P. Gimblet’, een heel kwâkrijgsch dingsken.
Men voege er nu 't volgende bij, even kwâkrijgsch of nog meer, bovendien met dàt van eigen's eraan dat het zou (naar een zeggen van menschen) 't allerlaatste doodvonnis zijn welke is geveld en is uitgevoerd te Harelbeke.
't Is gedrukt op papier: een half blad toegevouwen in tween; op vier bladzijden dus, groot 0.175 m. breed tegen 0.215 m. in de hoogte; gewatermerkt, in de lengte van 't blad op zijn geheelen, met nederwaarddalende striepen en met, ten helften, iets als een Q overkroond. Het hangt los in zijn vouden, maar is anders tamelijk gave.
't Werd ons ten overdruk medegedeeld door zijn huidigen eigenaar Eerw. Heer A. Vander Heyde van S. Maarten's uit Kortrijk welken we daarover uitterherten bedanken.
[Bl. 1]
CRIMINELE / SENTENTIE, /
ten laste van / PIETER JOSEPH SOETENS, / Filius PIETER, / Gebortig der Prochie van / Deerlyck, Casselrye Cortryk, /
Geëxecuteert binnen de Stad van Harelbeke, op den 18 September 1778.
Om dat gy Pieter Joseph Soetens) Sone van Pieter, gebortig der Prochie Deerlyck, oud ontrent seventhien jaeren, U soo verre hebt vergeten van ten gepasseerden jaere, als wanneer gy woonachtig waert als Koyherder ter Hofstede bewoont by Judocus Merlier, op de Prochie van Waereghom, op den solder van den huyse uyt den sak van het aldaer liggende kleed van [bl. 2] sekeren Wever, met naeme Joannes de Vos, te ontweiren eenig geit, ende korten tyd daer naer ten zelven huyse uyt eenen koffer staende in de kamer wederom te stelen eenige Penningen, waer mede gy hebt gekogt en doen maeken een Kleed tot Deerlyck, aen uwen Meester ende Meestersse te kennen gevende dat gy daer toe gelt ontfangen hadde van den Dis-Meester der gemelde Prochie; dat gy voorders korts voor Sinxen lestleden, woonende als Koyherder op d'Hofstede bewoont by Pieter Gaeremyn, tot het zelve Deerlyck, U wederom vervoorderd hebt van uyt den broek-sak van den schoon-Sone van den geseyden Gaeremyn, in den