Biekorf. Jaargang 27
(1921)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd‘Vlaamsche Kustkerken’Waarom ze zoo geheeten?We kunnen spreken van S. Niklaai's uit Veurne, van de kerke van Nieuwpoort, van den toren van oud-Stuyvekens'Ga naar voetnoot(1), enz. - ziet? - afzonderlijk, maar mogen we spreken van wat men heeten zou ‘de vlaamsche kerken’, inzonderheid ‘de Westvlaamsche’, ‘onze kerken’, alsof die werkelijk een gezin zouden schijnen, gekend in de kunst, en met een naam aan hen eigen? 't Lijkt ja, eenigszins ja. En hieruit is begrijpelijk hoe belangrijk het ware, zoowel voor de algemeene kunstgeschiedenis, als voor de nauwere kennis onzer nadere kunstschatten, den aard trant en verleden ‘onzer kerken’ na te gaan. Men heeft deze ‘onze kerken’ genoemd Kustkerken (‘Églises Maritimes’) Maar wij, in Westvlaanderen, die voor ‘kust’ aanzien alleen de striepe vlekken strandende aan zee, dus Oostende b.v. maar Steene nietmeer, we zijn lijk verward om dat woord ‘kustkerken’: immers we zien | |
[pagina 285]
| |
zooveel dergelijke kerken ook opperwaard staan, tot in 't Houtland, en totzelfs langs de Schelde... 't Is dat dit woord ‘kunst’ werd gewild door menschen van achterwaard, binnen in 't Land. Deze menschen bijdien spraken uit name van wetenschap, verplicht dus te kijken van verre en van hooge, en... de ‘kuste’ voor hen strekte wijd. Aan een anderen kant we vinden van die kerken-alzoo tot diepe voort in Frankrijk, tot tegen de Seine. En desniettegenstaande blijven ‘de onze’ toch vlaamsch, heel duidelijk, om bezondere redenen. Niet alle ‘Kustkerken’ dus en zijn vlaamsch; trouwens er zijn er wel andere, in Normandiën b.v. Noch wederzijds, omdat een kerke ‘vlaamsch’ is, 'n is ze niet noodzakelijk daarom een ‘Kustkerke’, al waren 't de vlaamsche omtrent al. Is het Kustkerkgebouw, hier eenmaal ingebracht, hier ‘vlaamsch’ geworden dan? Of omgekeerd, is 't vlaamsch, gebouw, verland naar wijd en zijd, een Kustkerktrant bedegen?... Behouden we die vrage totals we meer gaan weten. Maar onderwijls, om deze redenen nu is 't dat we boven zeiden ‘de Vlaamsche Kustkerken’, aanduidende daarmee het slag (van overal) en het gezin (van hier). 't En ware dies dat iemand, gesteund op beter gronden, een beter name vond, we gaan 't woord ‘Vlaamsche Kustkerken’ als bezigbaar aanzien - mits bovenstaanden zin -, en almaar bezigen in 't onderzoek dat volgt.
L. De Wolf |
|