Mengelmaren
Ter nagedachtenis van Eerweerden Heer Julius Opdedrinck
geboren te Steene den 27n in Zomermaand 1851, overleden te Damme in 't Gasthuis den 2n in Grasmaand 1921. Begraven te Knocke. God hebbe zijn ziele.
(Vgl. La Libre Belgique, b-iv-'21; daarmeê verwant, Het Burgerwelzijn, 9-iv-'21; en hieruit overgenomen De Standaard, 18-iv-'21; De Poperinghenaar, 10-iv-'21).
Een in-voorzichtig man. Gemeten in zijn gaan, gemeten in zijn werken, gemeten in zijn spreken. Ingetogen; ingesloten binnen 't kleed dat, zelden toegeknoopt, hij immer zuinig dichthield. Ongemeen beleefd, vleiend zelfs, met de handen weg en 't hoofd wat scheef gehouden; wijkend en te mijde voor de menschen. Onbekommerd in de wereld. Niet doende om veel gezien te zijn, nieuwsgierig anders uittermate om zelve veel te ontsnuisteren... veel, welverstaan, d.i. van oude dingen en handvesten.
IJverig toch en stipt. Een deftige geestelijk; echter over wiens deugden en verdiensten wij menschen niet te oordeelen hebben. Gòd wille hem loonen.
Als geschiedkundig liefhebber. Een ernstige werker, gewis. Niet voorwoorden. In 't dadelijke altijd. Jaren alzoo: te Poperinghe, te Damme, te Knocke en omliggende; zocht en wrocht alleen; deed ook meê in genootschappen als ‘le Comité Flamand de France’ en den ‘Geschiedkundigen kring’ te Brugge; stichtte, schikte en bezorgde op zijn eigen de Oudheidkundige Toogzaal in 't Gasthuis te Damme; dan, over zijn vondsten, gaf maar helderop boeken of opstellen uit, allemaal grondig en bondig en zakelijk aaneengebracht. Geen borende geest 'n was hij, geen diepe beoordeelaar; een zamelaar liever, weetgierig en nauwe; bovenal nochtans een rechtschapen verteller.
We kennen van hem - gesteld naar de jaren - de volgende werken. (Vgl. P. Allossery's Gesch. Boekenschouw, 1913: tot aan '14, staan zij er allen vormeld).
1892. Poperinghe et son caillou. - Ann.Com.Flam.Fr., xx, 227-233.
1897. Poperinghe et ses seigneurs. - Ald., xxiii, 197-218.
1898. Poperinghana. Poperinghe et ses seigneurs. La lutte pour l'existence. Poperinghe et son caillou. L'Ancien canal de Poperinghe à l'Yser. Poperinghe, Dupont.
1898. Poperinghe en omstreken tijdens de godsdienstberoerten der XVIe eeuw. Brugge, De Plancke.
1899. Het mirakelbeeld van O.L. Vr. vereerd in S. Janskerk te Poperinghe. Brugge, Van de Vyvere.
1900. Uit een familieboek (1689-1711). - Biekorf, xi, 68-74, 97-102.
1902. Notice concernant certains centres d'évangélisation et de civilisation existant au Nord de la Flandre au VIIe et au VIIIe siècle. - Congrès do Bruges (Fédér. arch. et hist. de Belg.). Bruges, De Plancke, 359-364.