Okske
en hoe meer dat 't zonnetje schong
Vr.: Raadt, raadt, wat is dat?
Antw.: een nootje boter op een bard,
aan 't smelten in den zonnebrand.
Dit raadsel, gehoord te Watou, en valt oprecht niet van stijf hooge.
Maar 't ziet er uit om oud te zijn.
Ik druk het om zijn liefheid, en om dat ‘Oksken’ ook.
- Wat is dat Okske? vroeg ik dan... tegen de groote menschendààr.
-E', Okske, lood die uitleg, is Octavie wellicht!...
'k En vroeg niet verder, maar ik dacht of Okske soms niet ‘Ecce’ en was, uit ‘Ecce homo’ immers? Daar inderdaad, een ‘eksje hoom’ in 't vlaamsch ‘Ons Heer, heet, op zijn blokske’. Van ‘eksje’ op naar ‘okske’ en is 't geen zware sprong, bezonderlijk waar ‘blokske’ een beetje meê- en opgeeft. Het volk wanneer het zint op woordenspel of -voeging, en kijkt niet nauw op niets vooral niet in 't latijn. Integendeel. 't lacht geren in 't latijn... latijn vanuit 't Geloove, maar op zijn vlaamsch gezeid; we weten dat.
Doch hier? of 't ook zoo is? ik gis het, maar wie weet het?
L.D.W.