Biekorf. Jaargang 23
(1912)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdVlamingen en WalenGESTADIG spreekt men van twee rassen die in Belgenland wonen; de eenen willen ze tegen elkander opjagen; anderen wenschen dat zij met elkander in vrede leven. De eenen hemelen het vlaamsche volk op; anderen schermen met het waalsche volk, elk volgens zijnen smaak of zijne liefhebberij. De waarheid is, dat ons belgisch volk uit twee bevolkingen bestaat: de eene spreekt Dietsch en bij de andere slaat de tonge Waalsch en die beide bevolkingen die enkel in taalwetenschappelijk opzicht verschillen, vertoonen geen het minste verschil als men hunne natuurlijke eigenschappen nagaat of hunnen oorsprong onderzoekt. *** | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 380]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vlamingen en Walen maken geene verschillende rassen uit; in menschenkundig opzicht verschillen zij van elkander niet. Ze zijn immers eerre mengeling, in de zelfde verhoudingen nagenoeg, van het Noordsch en van het Alpisch menschengeslacht. Stellen wij ons eenen Waal voor. Hij is hoog van gestalte; hij is lang van hoofd en scherp van wezen; hij heeft blond haar en blauwe oogen. Hij behoort tot het Noordsch menschengeslacht en vereenigt in zijnen persoon al de eigenschappen van dit geslacht. Aanschouwt nu een vlaamschen kop. Hij bemint zijne moedertaal; hij stelt belang in de vlaamsche wetenschap; hij dicht wonderschoone verzen en zijn vlammend woord wekt overal geestdrift en werkzaamheid. Donkere oogen vonkelen in dien ronden kop; een zwarte haarborstel staat stevig boven dat breed en gespierd wezen. Die mensch, kort en gestuikt van gestalte, behoort tot het Alpisch menschengeslacht en vereenigt in zijnen persoon al de eigenschappen van dit geslacht. Telt de ronde koppen, de hazelnootkleurige oogen en de donkere haren in Vlaanderen en gij zult misschien ondervinden dat die lichamelijke eigenschappen in meerderheid bedeeld zijn onder de vlaamsche bevolking en ge zult nagenoeg op dezelfde verhoudingen uitkomen in 't Walenland. De gestalte is een uitnemend kenmerk van de menschengeslachten. Men kent de gestalten van onze belgische wapenlieden. Ziet hier de middelmatige gestalte voor de belgische gouwenGa naar voetnoot(1): | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 381]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Men kan daaruit besluiten dat de middelmatige gestalte bijna dezelfde is voor al de belgische gouwen en dat dezelfde menschengeslachten in al de streken van ons vaderland gevestigd zijn. De hooge gestalte van een meter 75 en erboven is een kenteeken van het Noordsch menschengeslacht. Als men nu de verhoudingen gadeslaat in dewelke de hooge gestalten in de belgische gouwen vertegenwoordigd zijn, komt men tot den volgenden uitslagGa naar voetnoot(1):
Het vlaamsch Limburg spant de kroon; maar dan staan de vlaamsche en de waalsche gouwen al ver op denzelfden voet en is het Noordsch menschengeslacht nagenoeg in dezelfde mate, in onze beide bevolkingen vertegenwoordigd. Een onzin is het Vlamingen en Walen als twee verschillende rassen voor te stellen; een meerdere onzin is het nog, ja eene misdaad, waaraan sommigen zich plichtig | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 382]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
maken, die beide zoogezeide rassen tegen elkander in 't garen te jagen. ***
In volkenkundig of ethnologisch opzicht verschillen Vlamingen en Walen evenmin van elkander. In den grond spoort men de aardkorstelijke lagen op, die elkander bedekken; in eene bevolking kan men ook de verschillende volkslagen waarnemen, die de stroom der tijden in eene streek heeft toegevoerd. Boven elkander en eindelijk met elkander versneden kan men zoowel in onze vlaamsche als in onze waalsche streken dezelfde volkslagen gade slaan: 1o De jongsteentijdsche volksstammen. 't Waren vermoedelijk bruine korthoofdigen, die in den Scheldekom en in de Maasvallei, 't zij in bodemdorpen, 't zij in paaldorpen gehuisvest waren. 2o De Kelten, eerst Galliërs en later Belgen. Vele waterloopen en sommige dorpen, zoowel in Vlaanderen als in 't Walenland dragen nog keltische namen. 3o De Belgo-romeinen, die in al onze gouwen, menigvuldige getuigenissen van hun verblijf hebben achtergelaten. De Belgo-romeinen verschillen enkel hierin van de vorige bevolking dat eenige Coloni uit vreemde gewesten met de vorige bewoners vermengd wierden. 4o De Germanen. 't Waren hoofdzakelijk Franken. Eenige Friesen bevolkten onze kust en eenige Saksen zijn in de Kempen aangeland. Menigvuldige en merkweerdige grafvelden en vele dorpsnamen, die echte frankische stamnamen zijn, hebben de Franken in 't Walenland nagelaten. De waalsche gouwtalen zijn ook niet frankische woorden doorspekt. ***
Hoe komt het nu dat Vlamingen en Walen dezelfde taal niet spreken? Dat er in Belgenland Dietsch gesproken wordt, is aan den inval der Franken te wijten. Dietsch is immers de taal | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 383]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
der Franken, die bij den val van 't romeinsch keizerrijk, bezit van Belgenland genomen hebben. Waarom spreekt gansch Belgenland geen Dietsch, zooals Keulen en Bonn frankisch spreken of waarom is gansch Belgenland niet romaansch gebleven zooals Doornijk bij voorbeeld, de oude hoofdstad van het rijk der Franken waalsch gebleven is. Dat is voor ons tot nog toe een onverklaarbaar raadsel. Wij zouden gelukkig zijn, kon iemand ons daarover een voldoenden uitleg verschaffen. M. Kurth heeft nauwkeurig de taalgrens vastgesteldGa naar voetnoot(1). Hij heeft ook gepoogd het bestaan der taalgrens uit te leggen. Zijn bewijs komt hierop uit: de romeinsche beschaving was veel minder krachtdadig in de vlaamsche gewesten dan in de waalsche streken en de Franken waren eigenlijk in 't Noorden van Belgenland gevestigd: 't Zuiden dat veel meer den indruk der romeinsche beschaving onderging, werd echter slechts door de Franken veroverd en aan hunne heerschappij onderworpen. Op die wijze waren zij in 't Walenland veel minder gehuisvest dan in de vlaamsche gewesten. 't Is daar iets af, maar de menigvuldige ontdekkingen van de laatste jaren bewijzen dat de romeinsche beschaving veel sterker was in de vlaamsche gouwen dan men vroeger meende en dat de Franken ook in dichte drommen in 't Walenland gedrongen zijn. E. Stark. |
|