Een grapje
ONDER die hoofding geeft L.D.W. in Biekorf, 1912, bl. 336 iets dat hij vernam te Becelaere.
Verscheidene malen, al de kanten van Rousselare, heb ik iets in dien zin gehoord. Ziehier hoe men het daar vertelt.
‘Er was en keer een pastor die per rijtuig naar Rousselare kwam. Niet ver van Sleyhaeghe, vond hij daar een jongen langs de baan en vroeg hem alwaar hij rijden moest naar Rousselare.
- Alhier, zei de jongen en hij wees de kalsijde aan, is het naast, maar aldaar, en hij toonde eenen heelen omweg, zult gij er eerst zijn.
De pastor, weinig tevreden over dit zonderling antwoord, liet de jongen staan en reed de kalsijde op “alwaar het naast was.”
Doch eenige honderde meters verder, was de baan heel en al opengebroken en de doorgang teenemaal belet. Hij kon niet verder dan op zijn stappen terugkeeren.
Weldra zag hij wederom den jongen dien hij reeds had aangesproken.
- Hewel?
- Hoe, zei de jongen, ik heb het u gezegd. Alhier is het naast, 't is waar, doch, daar ge niet door kunt, aldaar zult ge er eerst zijn.
De jongen had steeds zijn klakke op het hoofd gehouden en de pastor, slecht geluimd om dat die knaap hem had beet genomen, riep hem toe:
- Mannetje, waar is uw klakke dá?
- Wel Heere, wedervoer de jongen, als ge nog mijn klakke niet en ziet, dan zult ge den toren van Rousselare ook niet vinden!’
P.A.
IN Brugge heb ik hooren beweren door gezaghebbende mannen en die de zake schijnen wel te weten, dat het snaaksch wederwoord van den knaap den weleerweerden Deken Stroom toegediend werd op een wandelgang naar Woumen. Of zijn de vlaamsche rakkers overal even stekelachtig?
Een oude Bruggeling.
WIJ vroegen aan eenen schaapboer, waarom men in Vlaanderen zoo weinig schapen kweekt.
- Men kan geene schapers meer vinden, was het antwoord.
Vroeger kwamen de schapers uit Duitschland en velen die men nu met eenen lapnaam, op de dorpen, nog schapers noemt, dragen Duitsche namen of namen die in 't Oosten van Belgenland inheemsch zijn.
Zoo heeft men b.v. op Snaeskerke Renders, te Desselghem Albers, te St Denijs Van Marris, te Caster Van Geersdale.
Wie kent er nog?
J.S.