Biekorf. Jaargang 23(1912)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Avond DE hooge hemelen nijgen neer in zalig-stillen avondzegen... Een klokje klept zijn tonen uit den avond tegen. Wat wil ik? Ach! 'k en weet het niet. Mijn hart staat stil, en 'k zuchte... Een naakte boomkruin sprieteltakt in 't leeg geluchte; in lage schemerverte strekt een zwarte molen de armen open... Den avond met zijn schoonheid is in mijn hart geslopen; ik mijmer weg in vroom gedroom, geen schaduw komt op mijn wezen wegen: mijn ziele zweeft haar poorten uit de stérren tegen!... Ledegouwer Vorige Volgende