Biekorf. Jaargang 23
(1912)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 120]
| |
terwijl Ware nog dient om een gehucht op dezelfde gemeente aan te duiden. Ik vermoed dat Warebrugge, een gehucht op het aanpalende Westkerke, zijnen naam ook aan de Gistelsche Ware te danken heeft. Het riviertje, dat nu Waardammebeek genoemd wordt, zal vroeger ook wel Ware geheeten hebben. De naam Waardamme spreekt daar borg voor. Verder moet de naam Ware vroeger ook te Brugge in gebruik geweest zijn, luidens deze aanhaling: ‘huis staende in de poorte ter Ware’, die bij A. Duolos: Bruges, Histoire et Souvenirs, bl. 12, te lezen staat. Het schijnt natuurlijk dit Ware aan te sluiten bij Ags. war = ‘zee’, Sanskr. Vâr-, vâri = ‘water’. Ook Aa. uit Aha < *Ahwô - lat. Aqua, beteekent ‘water’ in 't algemeen, en dient daarbij als naam eener menigte beken. - Daar echter de waterloopen niet zelden als grenslijn dienst deden en nog doen, is eene aanknooping met het oude werkwoord warjan = ‘weren, beschutten, hinderen’ noch onmogelijk, noch onwaarschijnlijk. Nevens Ware, teruggaande op een onder Wara, mag men ook het bestaan veronderstellen van Wari, een vorm die mogelijk voortleeft in Were, engelsche rivier. Graafsch. Durham, Wehr, rivier- en plaatsnaam in Duitschland. War- en Wer- vindt men in samenstelling in een aantal plaatsnamen, die ongetwijfeld eerst riviernamen waren: Waarbeke (Oostvl.), ook Werebeke geheeten, Waarbeek op Assche en op Molhem (Brab.), Guarbecque (Pas-de-Calais), Werbeek op Rethy (Antwerp). Werbeck (Westfalen). De geslachtsnaam, oorspronkelijk plaatsnaam, Werbrouck, Werrebrouck, vroeger Weerbrouc, dient hier ook vermeld te worden. Waarschoot (Oostvl.). Waarloos (Antwerp.). Warmond (Nederland). | |
[pagina 121]
| |
Warford in Engeland. Warfleth en Wehrau in Duitschland. Ongetwijfeld zal deze stam verder uitgebouwd zijn met een n-suffix (an, in, enz.). Dit is immers een allergewoonst verschijnsel. Van daar wel de volgende namen: Werne, tak van de Weser, en plaatsnaam. Wehrn, tak van den Main, vroeger Werina. Warne of Warnow, riv. in Mecklenburg-Schwerin. Warne, riv. in Engeland. Wahrenbruck, plaatsnaam in Duitschland en Warnemünde, waar de Warne of Warnow in de Oostzee valt. Warenford en Warnford, plaatsnamen in Engeland. Ik weet niet of men ook geen m-suffix mag aannemen. Eene Keur-Hessische riv. draagt den naam van Warme, en Waarmaarde (Westvl.) zal ook wel beteekenen ‘aard, grond, land’ gelegen omtrent eene beek, die *Warme zou geheeten hebben. - Hier kan echter ook het bijv. nw. warm in 't spel zijn. - Men lette nog op het Limburgsche dorp Werm. Dikwijls ook vindt men dergelijke namen uitgebouwd met een l-suffix. Zoo vindt men in Duitschland: Werl, Werle en Werlau. Dit zijn wel is waar geene rivier-, maar plaatsnamen; doch moet Werlau oorspronkelijk een riviernaam geweest zijn, en daardoor zelf wordt dit waarschijnlijk voor Werl en Werle. Er zijn voorbeelden van riviernamen die een s-suffix hebben. Dit kan ook het geval zijn met den Duitschen riviernaam Werse (b.v. *Warisa) met Wersbeek, een. gehucht van de Brabantsche gemeente Molenbeek-Wersbeek, en met Wersbeck in Westfalen. | |
Mare.Het mnl. mare beteekent ‘water’, gewoonlijk ‘stilstaand water, meer, plas, poel, moeras’; waarnevens het mud. mare, ofri. mar de beteekenis hebben van ‘afvoerkanaal, gracht’. Eene gracht in Leiden heet nog ‘de Mare’, | |
[pagina 122]
| |
en Weiland in zijn Woordenboek geeft als Groningsch: Maar = ‘breede sloot of watering, waarin watermolens zich ontlasten’. Ook het fransche mare veronderstelt een ouder *mara, evenals mul. mare. Dit woord maakt wel deel uit van de Nederlandsche plaatsnamen Alkmaar, Marendorp, Maredijk, Maarland. Meer gebruikelijk was het oudgermaansche mari, gansch overeenstemmend met het lat. mare. Uit mari komt het mul. mere = ‘meer, zee’, nu meer, hd. meer, eng. mere. Het woord moet ook gebruikt geweest zijn in den zin van ‘waterloop’. Eene schenking, gedaan aan S. Pieters Abdij in Monte Blandinio te Gent, luidt als volgt: ‘Ercuinus dedit... in pago Rodenacinse in loco noncupante Cumbingascura super fluvio Maris marisco uno...’ (Fay.: Lib. Tradition). Hier zouden de woorden ‘super fluvio Maris’ gevoegelijk mogen vertaald worden door ‘op de Meerbeke’. Uit mari komen de plaatsnamen Mere, Meer in Oostvlaanderen, Brabant en Antwerpen. Uit het samengestelde maribaki, komen Meerbeke, Meerbeek, namen van gemeenten on gehuchten, die talrijk verspreid zijn in dezelfde provincien. De fransche weersplete van Meerbeke is Marbais in Marbais - Marbisoux (dit laatste verkleinwoord van het eerste) in Brabant, Marbaix (Heneg, en Nord), Marbay (Luxemb.). In Duitschland vindt men den den riviernaam Maarbeke, dan de plaatsnamen Marbach, Marbeck, en in Engeland den riviernaam Marbrook. - La Marbecque is eene beek op Samer (Pas-de-Calais, arr. Boulogue), en Mardijck een dorp in het Noorderdepartement. Wij hebben dus eenen wortel mar- met de beteekenis ‘water’. Buiten het lat. mare, vergelijkt men nog gr. ἀμάρα = ‘gracht, riool’, en 'Αμϕίμαροζ ‘zoon van Poseidon’. (Franck.: Etym. Woordenb.). - Doch, even als bij war- is eene grondbeteekenis ‘hinderen, belemmeren, vastleggen’, niet onmogelijk. | |
[pagina 123]
| |
Mar- schijnt ook uitgebouwd met n: Maarne is eene nederlandsche rivier bij Warmond. Meern is een nederlandsch dorp; Meernach is een duitsche plaatsnaam en Marneffe is eene gemeente in de provincie Luik. Als afleidingen met l zou men kunnen aanbalen: Maarle op Oostroozebeke (Westvl.) en op Poppel (Antw.), Marle (Aisne), Marles (Pas-de-Calais, Seine-ot-Marne), Meerle (Antwerp.), Merlin op Jollain (Heneg.), Merelbeke (Oostvl.) en Merlach (Zwitserland). Al deze namen zijn plaatsnamen; een riviernaam heb ik niet ontdekt; doch spreekt het van zelf dat Merelbeke en Merlach eerst riviernamen geweest, en dan dorpsnamen geworden zijn; voor de andere is dit ook mogelijk. Het is echter verre van zeker dat zij allen van marafgeleid zijn. Gij hebt daar b.v. Maarle op Oostroozebeke, waarnevens het gehucht Mareloop, dat door volksetymologie gewijzigd is tot Marialoop. Maarle kan beantwoorden aan mar-al- afgeleid van mar-, en Mareloop kan zijn Mareloop of Marel-loop en beteekenen ‘waterloop’. Doch is het even mogelijk, en in mijne oogen veel waarschijnlijker, dat Maarle niets anders is, dan het fr. marne, ofr. en nog in 't Noorden marle (van daar Marlière als plaatsnamen), waaruit het mul. maerle, marel, dat is ‘mergel’. Bemerk dat Mergel de naam is van een gehucht op Ronse. En Mareloop zal niets anders zijn dan Marel-hoop, ‘een hoop mergel, een mergelberg’. Het fransche Aumale (Seine-Inférieur) luidde eertijds Aubemarle, Albamarla: zou dit ‘witte mergel’ beteekenen, of eerder te vergelijken zijn met Weissbach, Weissenbach in Duitschland en Oostenrijk? En het engelsche Marlborough, zou men niet genegen zijn het te vergelijken met Aarburg, op de riv. de Aar, in Zwitserland? | |
Warche.Deze is een tak der Amblève, die ten jare 915 Warica heette: A Warica usque in fluviolum Amblevam (Kurth, | |
[pagina 124]
| |
Front. Ling., bl. 460). Dit is rechts onze Westvlaamsche Ware, verrijkt met een k-suffix, dat misschien verkleinende beteekenis heeft. - Nevens Warche, den huidigen vorm, vind ik Warge in een oud aardrijkskundig woordenboek. Deze is wel de echte gedaante (Warica > *wariaga > Warge), waarnevens de spelling Warche de moderne waalsche uitspraak van Warge zal verbeelden. Nochtans kan Warche ook rechtstreeks beantwoorden aan *Warca, een mogelijken bijvorm van Warica. Ik vraag mij af of Warcq, de naam van twee dorpen, een in het dép. Ardennes en een in het dép. Meuse, niet zou samenhangen met Warche en Warica. Volgens Otto Bremer: Ethnographie der Germ. Stämme, bl. 131, luidde de naam van het Holsteinsche oord Wasbeck in 1289 Wersbeke, en Wersbeke zou, onder frieschen invloed, ontstaan zijn uit Werkebeke. Dit Werkeware ook eene regelmatige voortzetting van Warica. Doch, aangezien de schrijver bij Werkebeke geen jaartal aangeeft, zonder nochtans het woord met een sterretje te voorzien, vermoed ik dat Werkebeke wel ergens bestaat - niet louter verondersteld is - maar toch als oudere vorm van Wersbeke > Wasbeck niet aangetroffen is. In dit geval is het natuurlijker Wersbeke te vergelijken met het brabantsche Wersbeck, waar de s zeker niet uit h ontslaan is. Een gehucht van Audembert (Pas-de-Calais, arr. Boulogne) heet Warcove, vermoedelijk uit een oudnederlandsch Wark-hova, waarin het geoorloofd is den viviernaam Warika te erkennen. | |
Marke.In onze streken vindt men ten allen kante Marka, eerst als riviernaam, en vervolgens als oordnaam. Marke (Westvl.) op de Markebeke te vergelijken met Marckebecque, eene beek op Eperlecques (Pas-de-Calais). Maarke-Kerkhem (Oostvl.) op de Maarke, met een gehucht dat Marquette genoemd wordt. | |
[pagina 125]
| |
Mark of Merk, eene rivier die uit de prov. Antwerpen Nederland inloopt. Marcq (Heneg.) op de Marcq. Voeg daarbij de fransche oordnamen: Marcq (Seine-et-Oise), Marques (Seine-Inférieure), Marcq-et-Chevrières (Ardennes), Marck (Pas-de-Calais), Marcq-en-Baraeul, Marcq-en-Ostrevent, Pont-à-Marcq en Marquetle (Nord). Ook le Marquet, gehucht op Escanaffles (Heneg.) mag hier vermeld worden. In de niet-picardische streken vindt men: Marche-en-Fameune (Luxemb) de Marchette, vroeger Marca geheeten. Marche-les-Dames (Namen). Marchovelette (Namen), vroeger Marche-le-Scovelette (rond 1350), evenals Marche-les-Dames, op eene rivier die nu ruisseau de Gelbressée heet, maar nog in 1606 rieu de Marche genoemd werd. Marche-lez-Ecaussines (Heneg.), op de Marche, vroeger flumen Marcha, fluvius Marca, le Marke geheeten. Marche, afhankelijkheid van Marchin (Luik). De oordnaam Marche wordt ook in Frankrijk aangetroffen. Marka heb ik hier behandeld omdat het mag beschouwd worden als afgeleid uit Mar-, met de vermoedelijke beteekenis ‘water’, evenals war(i)ka hooger aangegeven is als afgeleid van war-. Marka echter is een algemeen bekend germ. woord met de beteekenis ‘grens’, en gewoonlijk wordt de beeknaam Marka vereenzelvigd met marka = ‘grens’, zoo veel te meer dat waterloopen geschikt zijn om als grens te dienen, en inderdaad dikwijls als grens gediend hebben of nog dienen. Dit marka - grens wordt verbonden met lat. margo = ‘boord, kant, oever’, en wel met recht. Maar indien de beteekenissen ‘waterloop en ‘grens’ ineenloopen, dan blijft het nog mogelijk dat marka van mar- = ‘water’ zou afgeleid zijn. | |
[pagina 126]
| |
De besproken vormen klimmen op tot marka; aan *marika beantwoordt misschien La marge, een tak van de Chiers, Margut, lat. Margolius, ofr. Margoil, naam van het dorp, waar de Marge in de Chiers valt. (Vgl. Kurth, Front, ling., bl. 453.) | |
Werken (westvlaanderen).Cartulaire de l'abbaye d' Eename: Werkine, 1219 en vlgg., bl. 101 en vlgg. Werkines, 1219 en vlgg., bl. 102 en vlgg. Latijnsche oorkoorden van franschen oorsprong. Werkin, 1219, bl. 103. Les Cartulaires de la Prévôté de S.-Martin à Ypres: Werkina, 1168, bl. 19. Werkene, 1423, 1442, bll. 614, 748. Cronica et Cartul, Monast. de Dunis: Werkines, in 't Fransch, 1271, bl. 384. Hetgene voorgaat over war-, war(i)k- moest, in mijne meening, alleenlijk dienen tot opheldering van onzen westvlaamschen gemeentenaam Werken. Hetgeen daar bijgevoegd is wegens mar-, mark- heeft zijn grond in het werkelijk of schijnbaar parallellism tusschen beide reeksen van woordvormingen, en parallellism dat nog verder zal vervolgd worden. Wij zijn dus aangeland bij Werken, een naam dien ik aanzie als ontstaan uit war(i)k-, îno- (-îna-), of -inio. Deze suffixen vormen bijv, naamwoorden, die dienen om eene betrekking uit te drukken van het bepaalde wezen tegenover het wezen dat door het grondwoord bedoeld is. Deze bijv. uw. gaan heel vroeg en veelvuldig over tot zelfstandige naamwoorden. In 't bijzonder dient -îno om verkleinwoorden te vormen, zoodat Warkîna, b.v. zou beteekenen ‘kleine War(i)ka’, hetwelk zeil misschien reeds beteekent ‘kleine Wara’. Als beantwoordende aan Warkîna, moet aangezien worden Warchenne, een bijriviertje van de Warche bij Malmédy. | |
[pagina 127]
| |
Met -inio ‘toehoorigheid, afstamming’ enz. uitdrukkende, kan gemeend zijn de landstreek, de grond, het dorp die door eene rivier bespoeld zijn, b.v. Fletrinio > Vleteren, doorkruist door de *Fletra > Vleter. Doch zijn ook riviernamen, door middel van -inio- afgeleid van andere riviernamen, wel denkelijk. In het middeleeuwsche Werkine, het huidige Werken, kan men niet zien of het suffix -inao- of -inio- is; noch is het mogelijk te weten of Werken oorspronkelijk een riviernaam is, die zonder verandering oordnaam is geworden, ofwel of wij een oorspronkelijken oordnaam, van een riviernaam afgeleid, voorhanden hebben. Ik geloof, in alle geval dat het verwantschap van Werken met Ware en Warche op vaste gronden steunt. Een middeleeuwschen riviernaam *Werkene, geschreven Werchena, hebben wij in den volgenden tekst, bij Duv.: Actes et Doe., I, bl. 216: ‘In comitatu vero Thessandrico, habent villam Empelin (var. Emplam) nomine, super fluvium Werchena (var. Verchena) dictum’. Empla is zonder twijfel de echte vorm en is thans Empel, prov. Noord-Brabant, distr. 's Hertogenbosch; welnu, in dit zelfde distrikt ligt een dorp genoemd Werkendam, een dam die wel niet vreemd zal zijn aan de riv. Werkene; vgl. Waardamme: Ware. Misschien bestaat ook de naam Werken nog als riviernaam, maar ik heb geene bronnen die mij daarover inlichten. Als voortzettingen van Warkîno-, of -inio- moeten verder beschouwd worden de volgende fransche en verfranschte oord namen: Verquin (Pas-de-Calais, arr. Bétbune). In het gemeen fransch is de ingaande germ. w overgegaan tot gu; in het Noorden echter is zij gebleven, in het Noordwesten nochtans in de moderne tijden dikwijls veranderd in v. Op een ouder *Werqiun wijst de Poperingsche gsln. Werkyn. - Verder is Verquin alleenlijk fransch geworden, wanneer de tijd voorbij was, in denwelken ki moest ci, pic. chi worden. Met andere woorden Verquin is eens een oud- | |
[pagina 128]
| |
nederlandsch Werkin geweest. - Nevens Werquin ligt zijn diminutief Verquigneul. Verchin (Pas-de-Calais, arr. Montreuil-sur-Mer), en Verchain-Maugré (Nord). Opeen ouder *Werchin wijst de gsln. Dewerchin, die te Kortrijk en omstreken in zwang is. De verfransching is hier vroeger geschied dan bij Verquin, aangezien ki, pic. chi geworden is. Of de e in Ver- aan gerin. invloed - e omgeklankt uit a - te danken is, blijft onzeker. In het Fransch immers, zoowel als in 't Vlaamsch, is een wissel ar: er geen ongewoon verschijnsel. Warchin bij Doornik (Heneg.). Deze is een oude, regelmatige, alleszins juiste noordelijk fransche (hier flandroheuegouwsche) vorm. En Wirquin in Oune- Wirquin en Remilly-Wirquin (Pas-de-Calais, arr. St-Omer), zal ook wel denzelfden oorsprong hebben, al is de i mij hier onverklaarbaar.
A. Dassonville |
|