Biekorf. Jaargang 23
(1912)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 119]
| |
Dat woelend aan haar voeten briescht
en in een buischend botsen
Haar overspoelen wil en dooven
't opperst licht der rots!
Doch kloek en onverwinlijk- sterk,
de grootsche kerke Gods
Biedt lachend weerstand
aan het razend-bonkend hamerknotsen
Van machtelooze menschjes,
die hun slagen af zien schotsen
Op 't ondoordringbaar pantserschild
der palle Petrusrots!
Vergeefs komt steeds de driftenvloed
haar flanken dreunend beuken
En op haar top mag huilen
't giergeloei van hellestorm!
Niets is bij machte, slechts
er eenen steen van af te deuken;
Wijl Zij, onstoorbaar, plet 't geweld
gelijk men plet een worm!
't Is dat eens Christus 't woord
alover deze wereld zond;
Het goddelijk-eeuwig-blijvend woord:
‘Non Praevalebunt!’
Noorderwacht. |
|