A. de Cock. Spreekwoorden en Zegswijzen afkomstig van Oude Gebruiken en Volkszeden. (Door de koninklijke Academie van België met een ‘Prijs de Keyn’ bekroond). 2de herziene en vermeerderde druk. Gent, Hoste, 1908, 8o, xii-426 bl. Fr. 4.
Dit is een boek voor groote menschen, voor menschen die iets kunnen slikken dat ernstig is. Dus is 't een boek dat in alle vlaamsche boekenrekken zou mogen zitten. Ja, en nu zeggen we zelfs meer: 't zou bovendien in allen moeten zitten.
Leeraars die de taal uitleggen, letterkundigen die ze genieten willen, geneesmannen, rechtslieden, priesters aan wie 't volk zijn geheimen in bedekte uitdrukkingen uiteendoet, alle Vlamingen dan die een once liefhebberij en gadinge gevoelen om te leeren begrijpen wat ze heele dagen met hun lippen uitbrabbelen, alle zulke menschen hebben Heer De Cock's boek zoo noodig als brood in hunnen mond. Dit werk en is geen woordenboek, maar 't is zooveel als een, 't heeft er al het belang en de weerde van.
Heer De Cock is met een hemelsch geduld, in een goed tweehonderd boeken of boekenverzamelingen gaan snuisteren, achter Vlaamsche zegswijzen afkomstig van oude gebruiken, of achter vreemde zegswijzen die op die vlaamsche trekken, of achter uitleg van dezelven. En wat heeft hij daarmeê gedaan? 't Volgende: die zegswijzen heeft hij geklist en geklast bij hoopkens; ieder hoopke beantwoordt aan een oud gebruik dat herinnerd wordt, en geschied- en volkskundig besproken. En alle die gebruiken (574 zijn er) staan verder geschikt en geschaard in een twintigtal hoofstukken: gebruiken uit het Ridderwezen, uit het Krijgswezen, uit het Gildewezen, uit het koopen en verkoopen, enz....; om te eindigen, volgen daarop, benevens bizondere bijlagen aanvullingen en een bronnenlijst, nog veertig bladzijden dobbeltafel van zaken. In 't lijf van 't werk komt alles redematig voor, gebruik na gebruik; en in de tafel komt nog eens alles voor, doch nu a-b-c-wijze, wending na wending. Zoo zit er ongemeen veel in 't werk besloten, en het is er gemakkelijk in te vinden.
En is deze verzameling nu volmaakt? - Volmaakt! Volmaakt! Laten we ons verstaan. Van vandage tot morgen en moet er niemand op denken om een volledigere te maken. Dat is iets dat zeker is. Heer De Cock, die scherpe oogen en lijze ooren heeft en handen aan zijn lijf, hij, zulk een bevoegd man die al heel zijn leven om-end-omme spiedt en speurt en luistert en opteekent, hij werkt en wroetelt er al jaren aan. Zijn eerste hoofdstukken liet hij uitkomen in Volkskunde