‘Het groote ongemak, dat daaruit voor de folkloristen ontstaat, wil Dr De Wolf uit den weg ruimen door eene systematische, actueele en volledige bibliographie.
‘Naast de Vlaamsche termen en ook naast de besprekingen is overal de Latijnsche vertaling opgegeven, die aan de uitgave haar internationaal karakter geven moet. Of Duitsch óf Engelsch óf Fransch gebruiken kon niet, daar zij alle drie even veel rechten kunnen doen gelden op internationaal gebied en niet éen echter onder hen in de geleerdenwereld zoo goed tot zijn recht kan komen als het Latijn. Zijn Vlaamsch wou Dr De Wolf van een anderen kant ook niet opofferen; het is zijn wensch en zijn wil dat zijn werk den stempel drage van zijn Vlaamschen oorsprong, zijn door en door ‘Vlaamschzijn’. Wel werden die wensch en die wil van vele zijden bestookt, maar onwankelbaar blijven zij en dát was een voorbeeldige daad van een kranige flinkheid, waarover wij fier wezen mogen. Zoo is deze uitgave geworden eene Vlaamsch Latijnsche en eene weinig-bekende... in België, maar eene zeer gewaardeerde in Duitschland, Oostenrijk, Noorwegen, Engeland.
‘De eerste jaarjang van de Volkskundige Boekenschouw, die als bijblad verscheen van Biekorf, ligt thans volledig voor ons. In April 1909 hebben wij dus een overzicht van alles wat in 1908 over Volkskunde in Europa verscheen. Actueeler kan waarlijk eene bibliographie niet wezen. Deze jaargang vormt een boekdeel van 261 bladzijden, waarin 2296 nummers besproken worden; daarop volgen eene alphabetische lijst van alle vermelde tijdschriften, een namen-index, en een uiterst practisch zaakregister, alles te samen 298 blz. Geheel volledig is dit overzicht nog niet, en niemand beter dan Dr De Wolf zeil weet wat hier en daar nog zou moeten aangevuld worden. Al te bescheiden is hij echter in zijn eigen oordeel over zijn werk, dat wij met recht een reuzen- en een standaardwerk heeten. Een reuzenwerk is het alléen, op eigen hand, in een afgelegen stadje als Oostende, waar de wetenschappelijke hulpbronnen zoo schaarsch zijn, zulk een vraagstuk aan te durven; daartoe is taaiheid en zelfopoffering noodig. Dat Dr De Wolf die in hooge mate bezit bewijst het geleverde werk, waar elk geleerde met eerbied en bewondering naar opkijkt, en dat andere landen ons mogen benijden.
‘Van harte wenschen wij Dr De Wolf dan ook den steun toe, dien hij van de Vlamingen verwacht en wij doen een warm beroep op onze lezers, opdat ze hunnen penning zouden jonnen aan eene onderneming, zoo degelijk van aard en zoo Vlaamsch van wezen. Van af dit jaar verschijnt de ‘Bibliographia folklorica’ afzonderlijk voor den spot prijs van 5 fr. per jaargang.
‘Wij eindigen deze korte bespreking met de vraag, die wij in 't bijzonder richten tot den nieuwen bestuurder der Vlaamsche Academie, Prof. Dr W. De Vreese, of dit niet een uitstekende gelegenheid zou wezen voor de Academie, om een duurzaam en blijvend werk te helpen in stand houden, in de richting door Prof. Dr De Vreese aangetoond in zijne merkwaardige openingsrede?’.
Oostende, 2-4-09.
R. Verdeyen.