Biekorf. Jaargang 18(1907)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Kerstdagbloesem MET eene weidsche winterpracht van vonkelend ijsgeloovert, heeft 't vriezen van verleden nacht ons vensters volgetooverd; en buiten staan, zoo onverwacht bezet met donzen zoomen van zilverwitten ijzelvacht de takken van de boomen. Kom, laten wij aan 't vier gebracht den kerstblok gei doen gloeien en in den heerd moet bloesem zacht van blijde vlammen bloeien. De kerstblok laait, het Oosten klaart de zonne zal gaan schijnen en al des winters sneeuwgeblaart al 't ijsgebloei verdwijnen. Die Kerstblok, ei, verstaat mij wel, - - laat af uw treurig droomen, - die Zonne die, Emmanuel, te Bethleem moet komen en smelten doen in liefdedooi den killen bloei der wereld het hertverstijvend ijsgetooi met liegend goud bepereld! Caes. Gezelle Vorige Volgende