Biekorf. Jaargang 18
(1907)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 168]
| |
Onbeweeglijk staan de zwarte
boomenschimmen... stijf en stom
in de stilte, die op eens ge-
stoord wordt door 'n klokgebrom.
Driemaal drie geklepte kloppen
dreunen doodsch... en na 'nen stond
rinkelt schel 'n belle, en verre
danst 'n lichtjen op den grond.
Na 'n wijle 'n mager ventje
met 'n korten kerkrok aan, -
'n roket erop, - al lezen,
komt den steenweg opgegaan.
En na hem een oude priester
met 'n beenderig gezicht,
sukkelt lastig... de oogen liefde -
vlammend op zijn God gericht.
Eensklaps slaan ze beiden achter
'nen hoop linden in... en gaan
recht naar een der hutten die er
lijk bevangen bachten staan.
Fr. Bertrand, cap. |
|