Biekorf. Jaargang 18

Mengelmaren

UIT de Venusban van Vossius (1624).

a) Over Blankenberghe:

Wilt u sulck gheluck niet verghen,

Daer en light in 't zant geen maeght

Die eerst Theseu had behaeght?

Al zijn 't niet dan Blanke-berghen

Om end omme die ghy siet,

Nochtans 't en is Creta niet.

_**_*

b) Over 't aantal kloosters die te dien tijde reeds te Brugge bestonden:

Soo van cloosters, als van kercken

Boven d'ander steden al

Heeft ons Brugghe 't meest ghetal.

Ghy die eertydts plaght te spannen

Over Nederlandt de croon,

Boven alle schoonheyt schoon.

_**_*

c) Op hetzelfde blad staan volgende aanhalingen over de schoonheid van Brugge:

Barlandus: Pulchra sunt oppida, Gandavum, Antverpia, Bruxella, Lovanium, Mechlinia; sed nihil ad Brugas.

Lipsius † 2. epist. quaest. 2 ad Bryardum oppidum vocat in Belgio pulcherrimum.

J. Bernolet.