Biekorf. Jaargang 17(1906)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 267] [p. 267] Het Sinakerliedje (Getoonzet door Al. Desmet.) I. HELPT, Kinderkes, nu zingen dit nieuwgeboren lied, hoe God van alle dingen, de kleinen geerne ziet. (2) II. Hij heeft ons al geschapen, en met zijn dierbaar bloed gekocht zijn kleine schapen, het allerhoogste goed. (2) III. 't Is jammer dat er velen, zoo verre van Gods huis, de zielkes laten stelen van 't onderaardsch gespuis! (2) IV. In Sina, schaars geboren, 't is zonde en jammer groot, daar gaan ze, eilaas verloren, na ziele en lichaamsdood! (2) V. Dat zou ons zeker varen, dat wij, zoo wel bezorgd, in Sina kinders waren, nu ik, nu gij, verworgd! (2) VI. Wat middel uitgevonden, gegaan al welken kant, om zooveel groote zonden te dempen, in dat land! (2) VII. Eerst brave zijn, en vragen aan Jesus, laat en vroeg, dat Hij zou hulpe dragen: zijn macht is groot genoeg. (2) VIII. Den Sinapenning geven zoo zullen wij daarna; opdat in 't eeuwig leven hun ook een stoelken sta! (2) [pagina 268] [p. 268] IX. En als hun stoelke in 't midden des hemels is gezet, dan zullen zij ook bidden voor ons een goed gebed! (2) G.G. Vorige Volgende