| |
| |
| |
[Nummer 12]
| |
Over pokken
(Vervolg van bladz. 142)
DE ziekenoppassers zelf dienen immer voor oogen te hebben dat op hen eene zware verantwoordelijkheid weegt; dat zij door onoplettendheid, door nalatigheid, door te groot zelfvertrouwen kunnen aanleiding geven tot, de onmiddelijke oorzaak zijn van het verspreiden der ziektekiemen geheel het huis door.
Ik zou hun dus den raad geven te doen wat in al de wel ingerichte ziekenhuizen voor besmettelijke kranken verplichtend gemaakt is: namelijk, binst den tijd dat zij in het ziekenvertrek verblijvende en hulpgevende zijn een lang en wel toesluitend lijnwaden overkleed aan te trekken.
Als nu, vooraleer de besmette ziekenkamer te verlaten, dat overkleed weggehangen wordt, als ook, voordien, aangezicht en handen uiterst nauwkeurig gezuiverd en
| |
| |
met eene ontsmettende oplossing gewasschen worden, zal 't bijna on mogelijk zijn aanstekende kiemen buiten de kamer te brengen.
Wij moeten wel in ons geheugen houden dat de betrapelijke ziekten, in de meeste gevallen, voortgezet worden door het onmiddelijk of middelijk overdragen der levelingen van het besmette lichaam op de nog onbezoedeld gebleven menschen of voorwerpen.
Degene dus die in onmiddelijke aanraking met de zieken komen, moeten hun eigen gedurig bewaken om te verhinderen dat zij de kiemen naar andere plaatsen zouden brengen daar ze, door oplettend toezicht, kunnen buiten gehouden worden.
Evenveel zorg wordt vereischt bij het wegschaffen van alles wat door den zieken gedragen, en, levelingkundig gesproken, bezoedeld geworden is.
Wij weten, door ondervinding, dat de pokkenkiemen besloten liggen in al de deelen van het lichaam waar er uitslag tot stand kwam; bijgevolg werden ze gevonden op het buitenvlak van het lijf, in den mond, de neus, de oogen, enz.
De levelingen geraken alzoo de wijde wereld in met den etter, de korsten of de schelferingskes die van het vel stammen, met de vochten of de slijmen die uit oogen, neus en mond getraand en gevloeid komen of uitgehoest worden.
Zoolang de koorts aanhoudt loopen er ook levelingen rond in het bloed en alzoo kan de ziekte ook bij middel van dat levenssap voortgezet worden.
Aldus begrijpen wij hoe al het beddegerief, al het kleedergoed door den zieken gedragen, het lijnwaad, de doeken, het eetgerief als belevelingd moeten worden aangezien en behandeld.
Van al die kiembeladene voorwerpen en zou er niets zorgeloos mogen van kante gezet of gedragen worden, 'k late varen buiten de besmette kamer verwijderd.
| |
| |
De zaken van dagelijksch gebruik zouden dus best in de kamer zelf, of in eene daartoe bijzonder bestemde plaats nevenaan, zorgvuldig afgewasschen en in kokende waterlooge ontsmet worden. Het weg- en wederslepen, den geheelen dag door, naar en van den keuken, van al zul ken huisraad zou nog eens ongetwijfeld de kiemen der krankheid tallerwege helpen verspreiden.
Lakens, doeken, beddegerief enz. die binst de ziekte moeten gewisseld worden, zal men onmiddelijk in daartoe bestemde ketels of vaten brengen, waar sublimaatoplossingen één op twee duist, of cresolzeep-oplossing vijf ten honderd in gereed gedaan zijn. Zoo kunnen die voorwerpen onschadelijk gemaakt worden en, ter volkomen ontsmetting, zonder verder gevaar weggeschaft.
In dien zin, en met de uiterste zorgvuldigheid gehandhaafd, moet de dienst voortgezet worden zoolang eene mogelijke aansteking niet geheel weggeweerd is.
En zulks blijft duren tot dat het laatste schelferingske van het langst bijhoudende lichaamsdeel afgevallen is.
Dan, en niet vroeger, mag de zieke in vrijheid gesteld naar beliefte rondloopen, zonder dat men hem nog te vreezen heeft.
Moet ik er bijvoegen dat de genezen pokkenzieke bij zijn eerste uitkomen, van top tot teen, in het versche dient gekleed; en dat, vooraf, zijn lichaam door duchtig spoelen en reinigen volstrekt pokkenkiemvrij moet gemaakt geworden zijn?
't Blijft nu te weten hoe er behoort omgegaan te worden met alles wat binst de ziekte, levelingkundig gesproken, ontzuiverd geweest is: en hoe dat dient onschadelijk gemaakt te worden.
Weer dat de zieken genezen of dat zij het tijdelijke met het eeuwige verwisselen, nooit en mag men verzuimen het huis, met al dat er kan in bekiemd geweest zijn gedurende de krankheid, ten nauwkeurigste mogelijk te ontsmetten.
| |
| |
Moest zulks nagelaten worden of wat slordig uitgevoerd, de goede en doordragende voorzorgmiddels, binst de ziekte in het werk gesteld, en zouden tot niets strekken; 't ware verloren moeite.
Om dat doel te bereiken kunnen wij de medehulp inroepen van drie machtige middelen ter ontsmetting. Wij hebben er altijd twee van aan de hand, namelijk het dag-en-zonnelicht en het vuur; het derde komt van langsom gemakkelijk er in elkendeens bereik: ik bedoele de kiemdoodende zelfstandigheden.
Om maar rechtuit eene treurige zijde van ons onderwerp achter den rug te hebben, zullen wij hier zeggen dat de lijken der afgestorvene pokkenzieken, evenveel te vreezen zijn voor de omgevende lieden als het levende lichaam, en dat hier met kennis van zaken en met volle bewustzijn van het mogelijke gevaar moet gehandeld worden.
De lijken moeten gewonden zijn in eenen dicht eng sluitenden omslag, deze laatste moet doorweekt met eene sterke oplossing van formol- of sublimaat- of phenol- of cresolwater.
Zij dienen ook in eene uitnemend zorgvuldig toegeslotene - best eene zinken - kist geleid te worden, en rondom behoort men eene dikke laag beformold zagemeel te strooien.
Hoe zonderbaar en hoe weinig kristelijk het ook moge klinken, toch moet er op gesteund zijn dat het geheel geraadzaam is zulke lijken niet ter kerke te voeren, ook geene openbare gebeden, volgens de aloude en deugdelijke gebruiken hier in Vlanderen bestaande, in de lijkkamer te laten verrichten.
Liever zage ik de dooden rechtdoor van het sterfhuis naar het kerkhof overgebracht, waar ze met de kortst mogelijke plechtigheden zouden ter aarde besteld worden.
't Wordt wel aanveerd volgens de laatste schriften -
| |
| |
Dr Schottelins, hoogleeraar in de levelingkunde te Freiburg in Brisgau, zegt het uitdrukkelijk in een onlangs verschenen boekje - dat de pokkenleveling niet vluchtig en is, dat hij maar door onmiddelijke of middelijke aanraking besmettend werkt.
Maar hoe redelijk zulks mij ook voorkome, toch en hebbe ik geen genoegzame waarborg daarvoor, en menige, op dergelijke wijze, bijna onverklaarbaar voorkomende pokkenaansteking, schijnt mij daartegen op te komen.
Daarom ook oordeel ik die uiterste voorzichtigheid en die gestrenge handelwijze niet overbodig.
Nu blijft nog wijs te maken wat er moet gedaan worden om de ziekmakende kiemen uit het huis te verwijderen waar de pokkenzieke gelegen en geleden heeft.
En de eerste vraag waarop natuurlijk dient geantwoord, is de volgende: wat is er binst de ziekte, levelingkundig gesproken, bezoedeld geworden in die woning?
Als ontegenzeggelijk besmet moet aangezien worden geheel het inwendige van de zaal waar de zieke lag, met al hetgene er in bevat was, van den eersten oogenblik dat de ziekte als aanstekelijk moest beschouwd worden.
Hiertoe belmoren de wanden van de ziekenkamer, de zoldering, de vloer, het bedde, het bedgerief, de stoelen, de kaders, de kassen en laden met al dat er in ligt, de gordijnen, de vloerlakens, de linoleums en de kleederen, de benoodigheden, het ziekallaam enz.
Wat er mogelijks besmet geworden is hangt natuurlijk grootendeels af van de nauwkeurigheid in de uitvoering der voorzorgen, die binst de ziekte zelf genomen geweest zijn, om alles wat buiten het ziekenvertrek lag onbezoedeld te houden.
Alzoo kan het misschien, alhoewel zelden, geschieden dat, in geheel het huis, niets anders bepokkenkiemd geweest is dan de voorwerpen die in de ziekenkamer aanwezig waren.
| |
| |
In de woningen waar de ziekendienst geleid wierd door oppassers, die hun werk goed kome 't uit of met groote nalatigheid uitoefenden, moet het huis, op zijn geheele of ten grooten deele, voor onzuiver en gevaarlijk gelden.
En wij en slaan zeker niet al te verre neffens den bal als wij beweren dat, in de minder begoede standen, er meer van het laatste als van het eerste slag gevonden worden.
Zulke door en door besmette huizen kan men bijna onmogelijk gansch in voldoenden toestand terugbrengen; en, is 't dat de koopweerde dier gebouwen maar gering en is, is 't dat zij daarbij oud, versleten, duister en vuil zijn, het beste dat er meê te doen staat, is ze te gronde door het vuur te laten vernielen.
Zulke doorslaande handelwijze zal, meen ik, op niet al te veel bijval mogen rekenen en zal weinig le werke gesteld worden; na ze hier terloops aangestipt te hebben zullen wij nu de andere goed bevondene middels en hunne toepassing uiteen doen.
De steenen of berdelen vloeren kunnen deugdelijk en voldoende gereinigd worden als men ze duchtig wascht en scheurt met de bekende cresol- of sublimaat-oplossingen. En loopt er wat nattigheid dóór en tusschen de spleten, zooveel te beter, 't is zelfs noodzakelijk; het kwaadstokend goed dat in de gerren en goten geraakt is, moet ook vernietigd worden, het dóórzimperend vocht zal 't te keere gaan en voor altijd onschadelijk maken.
Muren kunnen, zonder voorafgaande behandeling, 't zij herwit 't zij herschilderd, of, voor behoorlijke ontsmetting, herbeplakt worden.
De zaal zelf waar de zieke in gelegen heeft, alsook de andere plaatsen die bekiemd geweest zijn, is 't dat zij luchtdicht kunnen afgesloten worden, zal men best van al door formol doen ontsmetten. Het is een wonderkrachtig en zeker ontsmettingsmiddel voor al de zaken die
| |
| |
behoorlijk kunnen opengespreid worden, voor muren, zolderingen, vloeren, kassen enz. met een woord, van al de voorwerpen waar niets anders aan te pokzuiveren valt als de buitenwendigheid.
Diepe en dringt dat levelingdoodende middel niet zooals de lezer in mijn opstel ‘over formol’ kunnen nagaan heeft: voor matrassen, wollen dekens, dik kleedergoed enz. en moet er dus niet op gerekend worden.
Al de voorwerpen van dien aard moeten, ofwel in bijzondere ontsmettingsovens, op hun geheele, ontkiemd worden door de werking van den stoomenden damp, - voor het overvoeren dienen natuurlijk nauwkeurige voorzorgen genomen te worden om onderwege geen onheil te verrichten, - ofwel kan men ze, dagen lang, in lichte lagen opengespreid, laten weeken in sterke looge of cresol- ot sublimaatwater.
Het lijnwaad en ander dergelijk goed, dat tegen het water bestand is, kan volkomen kiemloos gemaakt worden als men het, eene ure lang, in loogwater laat opkoken.
Dit laatste middel en kan ik niet genoeg aanbevelen daar waar het toepasselijk is: 't geeft eene volkomen zekere ontlevening.
Wat nu gedaan met die menigvuldige voorwerpen die noch gekookt, noch wel vervoerd en kunnen worden ter ontsmetting buiten 's huis, of door stroomenden damp al te zeer beschadigd worden?
Vooruit en vooraf zou ik al die zaken in beformolde lucht brengen om er de kiemvernielende werking der formoldampen te ondergaan; en naderhand zou ik ze dagen lang, buiten, zooveel mogelijk in het vlakke zonnelicht, enkel end' een opengespreid hangen.
Het daglicht, het onbelemmerd zonnelicht vooral, moet aangezien worden als de beste en goedkoopste ontsmetter die bekend staat: geen leveling en kan, op den duur, aan zijn doodend geweld weêrstaan; 't is immers geweten,
| |
| |
en door zorgvuldig geleide waarnemingen goed gedaan, dat de taaiste levelingen, dat de meest wêerstandkrachtige levelingssporen, in eenige uren tijds, door de uitwerking van het rechtstreeksche zonnelicht ontkrachtigd en gedood worden.
In de wel verlichte huizen en kamers kan de dagklaarte haar volle geweld uitoefenen; tot de verste en meest verstoken hoeken dringt zij door en gaat er de ziekmakende kiemen met goeden uitslag te keere; daarom is het allernuttigst zoo niet dood noodzakelijk, na besmettelijke ziekten, wil men de volledigst mogelijke kiemvrijheid bekomen, de besmette huizen met het zonnelicht te laten door trekken.
Daar waar de zon hare stralen tot in verholene ofwel weggeborgene hoeken en kanten niet en kan zenden, moet er zooveel te zorgvuldiger met de andere kiemvernielende voortbrengselen gewerkt worden, wil men alle kwaad uit de huizen weren.
In zulke donkere hoeken geborgen en aan den invloed van het licht onttrokken, kunnen pokken en andere even taaie levelingen maanden, somtijds jaren lang het leven behouden en aanleiding geven tot herhaald uitbreken van nieuwe en kwaadstokende besmettingen.
('t Vervolgt)
Dr A. Depla
|
|