Mengelmaren
IN het ‘Centrum’, nummer van Maandag 12en December 1904, worden wij Vlamingen met een tiental regels van God weet wie vereerd:
‘Electriciteit’ zoo schrijft die onbekende, ‘is nu ook in 't Vlaamsch vertaald: het Belgische Staatsblad deelt de benoeming mede van een leeraar in de barnkrachtkunde: professeur d'électricité.... Zullen de Vlamingen nu ook naar dit voorbeeld, gaan spreken van barnkrachtige ijzerenwegwagens, voor elektrische trams?’
Schrijver schijnt met Vlaamsche toestanden weinig of niet bekend te zijn, anders zou hij gezien hebben dat er voor hem hier een allergunstigste gelegenheid was om te zwijgen, en dat hij die gemist heeft.
Immers
1o Wij kennen veel geestiger voorbeelden dan 't zijne om te schertsen met de razernij voor verdietsching van sommigen, maar wij durven ze niet meer aanhalen, zoodanig zijn ze versleten, en zoowel zien we zelf in dat er hier ‘Modus in rebus’ dient gehouden.
2o Barnkrachtige ijzerenwegwagens! - IJzerenwegwagens! Indien de Noord-Nederlanders eens aan 't verdietschen gingen, 't zou er nog anders lief uit zien - oordeelt maar eens naar dit staaltje -. Indien schrijver Vlaming was, en nu eens bij alle geweld wilde verdietschen, hij zou zetten: barnkrachtige ijzerenwegwagens!
3o Daarom verdietschen de Hollanders niet, althans niet in hunne dagbladen, en zoo schrijven ze van die zinnetjes, die ik schrijver ter overweging geef, en waarin voorkomen: orienteering, redactie, phrasen, geinsinueerd, argumenten, een parlementaire quaestie, gecontroleerd, reactionnair, informaties, carrière, reproductie, gepubliceerd, de directeur, gesalarieerd, infanterie, compagnie, deserteur, corps, reservist; enz. ik neem zoo maar uit den hoop, in 't zelfde dagblad, waarin schrijver zijn verwondering uitspreekt over barnkracht.
4o Een artikeltje dat ik onlangs las in een van de laatste nummers van ‘Onze Tijd’ bewijst hoe al die pereltjes van 't zuiverste Noord-Nederlandsche water fransch zijn en toch geen fransch maar wangedrochtelijk mismaakte niet med'alletjes el als al te groote vreesachtigheidjes voor al te zuiver dietsch. De Vlamingen vragen zich daarbij bedenkelijk af ‘waar gaat dat naartoe?’ en de franschgezinden hier vinden dat ‘le Neerlandais, et le vrai celui-là, mais c'est du français tout pur’.
5o Die Noord-Nederlandsche taalzuiverheden zijn ons alhier eerder stokken in 't wiel, dan hulp ter bevordering van onze taalrechten, en daarom trachten we ze te vermijden, en goede dietsche woorden in plaats van fransche te gebruiken, al waar we ze hebben - overdrijving is altijd belachelijk; zie mijn 2o.
6o en ten laatste, schrijver weet niet dat het Staatsblad 't geen is waar we laatst van al zouden naartoe gaan om degelijke zuivere taal te leeren, en dat er bij ons zoo menigmaaal al is op gewezen geworden, en over geweeklaagd, en mede gespot, wat een ellendig taalgeknoei en taalbederf er uitgaat van schrijvers of vertalers voor den Staat.
Caes. Gezelle