Mismaakte woorden
ONWETENDE en ongeleerde menschen zoeken in 't gebruik hunner woorden naar gemak van uitsprake. Alzoo worden vreemde woorden vooral, en vlaamsche woorden somtijds, verdraaid en misvormd, zoo dat ze dikwijls geheel aardig en koddig klinken. Het volk vergelijkt die woorden met andere die het beter kent, en van daar de aardigheid.
Purgeerdrank is in vele monden plezierdrank. Velocipède wierd vroeger hier en daar klossepeerd of vlossepeerd geheeten.
De excavateur of mergelschip, dat bij 't aanleggen van Brugge's haven begon gekend te worden, heette welhaast bij velen de schamoteur.
De Vlamingen die in Frankrijk in den oest werken spreken somtijds van overjakken. Die overjakken zijn niet anders als ‘les Auvergnacs’ die lijk de Vlamingen ginder ook in 't werk zijn.
Fransche herbergopschriften worden ook leelijk verdraaid. L'aigle d'or wierd degeluwe dorre, de rotse van Gaëta de roste geete en le Petit Paris wierd herdoopt in Pietje Pari.
Beestenkeurders ofte experten krijgen hier en daar den name van aspergen.
Een kerkbediende noemde den corporale den kaporaal en de alba de halve.
Tijdens den oorlog in Cuba vroeg mij een halve muziekant achter nieuws over den oorlog in den tuba.
Een man kwam van Brussel naar Brugge met den gewonen trein of banlieue. Hij had hem geweldig verdroten op zijne lange reize: ‘Nooit van mijn leven, zei hij, kom ik nog naar Vlaanderen met den baljuw’.